Klimaat op scholen

LISSE – Alle 11 scholen krijgen klimaatmeters om de kwaliteit van de lucht in de klaslokalen te meten. Deze maatregel neemt het college van burgemeester en wethouders om het binnenmilieu op scholen en peuterspeelzalen te verbeteren, zo maakte wethouder Adri de Roon (D66) dinsdag 24 juni bekend.

Landelijk onderzoek toont aan dat de kwaliteit van het binnenmilieu op scholen te wensen over laat. De ene keer is het te koud, de andere keer te warm en dan weer wordt er te weinig geventileerd. Dit kan met name problematisch zijn voor kinderen met astmatische aandoeningen. Ook verminderd een ongezonde leefomgeving de leerprestaties van de kinderen. Dit zijn belangrijke argumenten voor het college om 26 klimaatmeters aan te schaffen, zo laat De Roon weten.

‘Deze aankoop is zinnig omdat binnen klassen het milieu te wensen over laat. We volgen hiermee het advies van de GGD op, vooruitlopend op landelijke wetgeving. Elk van de 11 basisschoollocaties krijgt twee meters, iedere peuterspeelzaal ontvangt er een. Basisschool De Klarinet mag in verband met haar omvang zelfs drie meters tegemoet zien.’ De meters geven via rood, oranje en groene lampjes de kwaliteit van het binnenmilieu aan en er komt een miniworkshop waarin de scholen wordt onderwezen hoe de meters gebruikt moeten worden.

Veroorzaakt het gebruik van klimaatmeters geen onrust bij de ouders: niemand zal willen dat zijn kind in een klaslokaal komt te zitten waar de meter rood uitslaat. De Roon: ‘We bieden de klimaatmeters aan de scholen aan en het is aan hen of en hoe ze er gebruik van maken en of en hoe ze de resultaten communiceren. Overigens is de oplossing van het verbeteren van het binnenmilieu vaak al simpelweg het openen van een raam.’

De resultaten van de milieumeters kunnen echter nog een forse staart hebben, zo meent de wethouder: ‘Als uit metingen blijkt dat er iets met de structuur van een of meerdere schoolgebouwen aan de hand is, dan kunnen zwaardere maatregelen denkbaar zijn. Ongetwijfeld kloppen de scholen dan weer bij de gemeente aan voor de financiering.’