Noordse Woelmuis bedreigt Koudenhoornplannen

WARMOND – De Noordse Woelmuis dreigt voor het eiland Koudenhoorn de grootste beschermheilige te worden. Dit piepkleine muisje heeft vanwege haar zeldzaamheid de hoogste bescherming gekregen en is derhalve uiterst lastig voor bestuurders met ruimtelijke plannen.

Enkele jaren geleden zorgde de rugstreeppad in de Voorhoutse volkstuinen ervoor dat uitbreidingsplannen voor de naastgelegen voetbalvelden flink vertraagd werden. Charlotte Matthijsse: vogelwerkgroep Teylingen, liet tijdens de gemeenteraadsvergadering van donderdag 16 september weten dat het beheer van de natuur op Koudenhoorn en de herinrichting slechts spaarzaam verandert mag worden. “De gemeente heeft geen expert op natuurgebied in dienst. Aan de natuur kan veel verbeterd worden, maar de gemeente heeft hier geen kennis over. In de huidige plannen voor Koudenhoorn verdwijnen rietlanden, zonder dat ze gecompenseerd worden. Ik houd een pleidooi voor de Noordse Woelmuis, die de hoogst mogelijke bescherming verdient. De gemeente zegt dat die hier niet voorkomt, maar in 2009 is een natuurtoets uitgevoerd. Biocare heeft het onderzoek gedaan naar de Noordse Woelmuis. De aanwezigheid van de Noordse Woelmuis is onomstotelijk vastgesteld. Het is een heel vervelend beestje voor bestuurders met ruimtelijke plannen, maar ik kan u zeggen dat het weghalen en maaien van riet en nat gras op Koudenhoorn is waarschijnlijk niet toegestaan.”

Fractievoorzitter Rose-Marie Keijzer (D66) liet weten dat ze nog in onzekerheid zit over de Noordse Woelmuis: “Ik heb de woelmuis nog niet zien zwemmen.” Uiteindelijk liet Van Velzen weten over de vraag of de woelmuis nu wel of niet op Koudenhoorn zit: “Ik heb de indruk dat vier keer per jaar gemeten wordt of die er wel zit of niet. Arcadis heeft die aanwezigheid in het voorjaar van 2010 uitgezocht. Dit is niet door Bioclear gedaan. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat ze die woelmuis niet hebben geconstateerd. Maar dat betekent niet dat die er niet zit, alleen dat die woelmuis in het onderzoek niet is gevonden. De grootste kans dat je ‘m aantreft is in het najaar: dat onderzoek gaan we nogmaals doen.”

Gezien deze woorden is het vreemd dat de gemeente geld uitgeeft om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van de Noordse Woelmuis en dit onderzoek vervolgens nogmaals te laten uitvoeren.”