‘Het verbaast me niet dat er oorlogsmunitie in de Leidsevaart ligt’

LISSE – Het nieuws dat er nog altijd oorlogsmunitie ligt in de Leidsevaart, brengt herinneringen boven bij verschillende inwoners. Na het verschijnen van een artikel hierover in deze krant, nam Frans Veldhoven contact op met de redactie om te vertellen dat hij een van de mensen is geweest die in de jaren ’80 van de vorige eeuw meehielp om zoveel mogelijk oorlogsmunitie te verwijderen. ‘Een van de omwonenden had een handgranaat in een bankschroef gezet en open gezaagd.’

Van beroep is Veldhoven chauffeur en in de jaren ’80 werkte hij voor de Gebroeders Otte, het bedrijf dat toentertijd nog in Hillegom zat, maar tegenwoordig gevestigd is in Lisse. Veldhoven: ‘In die tijd is het hele stuk Leidsevaart tussen Hillegom en Lisse uitgebaggerd en we hebben er een hele hoop baggerspecie verwijderd. Dat deden we door een aantal pontons achter elkaar te leggen en op de eerste ponton een kraan te plaatsen. De man die de kraan bediende was Herman Keizers; dat was een koel figuur; hij haalde niet alleen tientallen kilo’s ammunitie naar boven, maar ook een stuk of zes bommen, een mitrailleur, drie geweren en een paar pistolen. Vervolgens legde hij ze allemaal op het gras, waarna contact werd opgenomen met de E.O.D. die het spul vervolgens kwam ophalen.’

Veldhoven weet waar de munitie, bommen, pistolen en geweren vandaan kwamen. ‘Het is allemaal afkomstig van het hulpvliegveld de Ruige Hoek, wat ten noordoosten ligt van het zweefvliegveld bij Langevelderslag. Dat hulpvliegveld was bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog niet bekend bij de Duitsers; zij hadden het niet in kaart gebracht en die eerste vier meidagen waarin strijd werd geleverd met de Duitsers is volop van dit vliegveld gebruik gemaakt. Maar op 14 en 15 mei 1940 is alle munitie op karren geladen en in de Leidsevaart tussen Hillegom en Lisse gedumpt; tussen de Beeklaan en de Delfweg, om precies te zijn.

Als chauffeur mocht – en wilde – Veldhoven niet zelf met het oorlogstuig rijden, maar hij kon alles met eigen ogen aanschouwen. ‘Van een van die bommen was de vin plat geknepen, maar volgens mij stonden ze geen van allen op scherp. Toen dat spul uit de Leidsevaart werd gehaald, stonden daar elke dag oude mensen te kijken.’ Veldhoven haalt herinneringen op: ‘Een van de omwonenden had een granaat uit de Leidsevaart gevist. Die heeft hij in een bankschroef gezet en open gezaagd. Het is goed gegaan en er is gelukkig niets gebeurd, maar zo’n actie is natuurlijk levensgevaarlijk.’

De bommen en geweren zijn afgevoerd door de E.O.D, maar een hoop geweermunitie is door Otte in het baggerdepot gespoten. Veldhoven vermoedt dat een deel nog ligt in een baggerdepot achter de Zwartelaan. Over het nieuws dat er nog altijd explosief materiaal in de Leidsevaart ligt, reageert Veldhoven: ‘Dat verbaast me niets, want indertijd zal niet alles uitgebaggerd zijn.’ Keizers wilde niet geïnterviewd worden en Tom Otte van het bedrijf dat indertijd de oorlogsonderdelen opgebaggerd heeft was in die tijd nog maar een tiener, zo liet Otte desgevraagd weten. ‘Als kind heb ik er bij staan kijken, maar details hierover weet ik niet.’