Hoe is het toch met…?
Een afspraak met alle twintig teamleden tegelijk bleek niet mogelijk, maar de spelers op de foto waren alle aanwezig bij de wedstrijd van Noordwijk I tegen Barendrecht. In een gezamenlijk interview blikken zij terug op het sportieve hoogtepunt van hun leven. Er broeide iets in 1972, enkele teamleden hadden het voorgevoel dat er iets moois zou gebeuren. ‘We hadden een goed voetballend team met veel conditie en uitstraling’, vertelt Jaap van Kesteren en Ruud Bröring vult aan: ‘We waren de jaren daarvoor al een paar keer net geen kampioen geworden, dus we wisten wel dat we bij de top hoorden.’ Kees Karstens: ‘Voorafgaand aan de kampioenswedstrijd waren wij tegen IJsselmeervogels niet de favoriet. Thuis hadden wij namelijk met 0-0 gelijk gespeeld en uit was IJsselmeervogels bijna onverslaanbaar. Toch pakte Noordwijk de zaterdagtitel in het hol van de leeuw en dat was toch wel een heel bijzonder gevoel.’
Albert Spaanderman vult aan: ‘Ik denk met name nog terug aan de drie wedstrijden tegen RBC Roosendaal. Dat waren wedstrijden met veel toeschouwers, passie en spanning. Het voetbal leefde toen veel meer dan nu. Zelfs na 38 jaar zie ik bepaalde beelden nog voor me.’ Na het behalen van het kampioenschap werden de voetballers als helden vereerd en als goden behandeld. Voor even dan. ‘Alles kon’, laat Cees Spaanderman weten. Bröring: ‘Dat kun je wel zeggen. Voor het eerst voelden we ons een soort ereburgers, maar dat was gauw over hoor, toen we het seizoen erna tegen degradatie moesten knokken.’ Karstens herinnert zich met een lach: ‘Noordwijkers zijn nuchtere mensen, dus we werden gewoon als een van de Noordwijkers behandeld. Er waren wel een paar enthousiaste mensen, die ons bijvoorbeeld gratis knipten of een jaar lang naar de sauna lieten gaan. Een aantal van ons heeft daar ook dankbaar gebruik van gemaakt. Maar als we tijdens het voetballen liepen te klooien werden we alsnog voor rotte vis uitgescholden.’
Jan Vieveen kwam in 1971 als ex-zaalvoetballer bij het team en hij herinnert zich de ‘goede ouwe tijd’ alsof het gisteren was. ‘Tijdens het trainingskamp in Zeist spoot Kees Karstens een flacon zeep in Cees Spaanderman’s ogen. Kees had geluk, want Spaanderman zag niets meer en kon hem niet grijpen. Anders waren er wellicht dooien gevallen.’ Cees is dat voorval ook niet vergeten. ‘Ik heb die hele nacht niet kunnen slapen, het schuim kwam uit mijn ogen en ik moest ze steeds met water deppen. Van onze trainer Arie Duijndam kreeg ik tot drie uur voor de wedstrijd de tijd om aan te geven of ik kon spelen. Wat denk je? Natuurlijk speelde ik!’
Veel van de spelers zijn actief gebleven in de sport. Vieveen maakte als begeleider als een van de weinigen zelfs actief een tweede kampioenschap (1980) mee. Van Kesteren is steeds actief gebleven bij VV Noordwijk als verzorger en keeperstrainer. Bröring heeft onder meer zeven jaar de jeugd getraind en had vervolgens zeven jaar het eerste onder zijn hoede. Cees Spaanderman was twintig jaar lang wedstrijdsecretaris voor de VV en maakt nog altijd kleedkamers schoon en verzorgt hij bovendien de reclameborden. Zijn broer Albert was voor de club onder meer penningmeester, administrateur van de kantine en hij organiseerde de verkoop van de toegangskaarten. Karstens heeft nog vele jaren jeugdelftallen getraind en gecoacht bij de voetbalclub.
Tot slot nog een vraag aan alle ervaren voetballers: Zal Noordwijk ooit kampioen worden van de Topklasse en moet Noordwijk in dat geval naar de Eerste Divisie promoveren? Cees Spaanderman: ‘Waarom zou Noordwijk geen kampioen kunnen worden?’ Van Kesteren: ‘In de Top klasse is alles mogelijk.’ Bröring: ‘Om kampioen te worden, moet je een dorpsgek vinden die daar veel geld in stopt. Mocht het ooit gebeuren, dan kan Noordwijk in de Topklasse blijven. Het huissie bij het skuurtje laten is mijn Noortukse advies.’
Albert Spaanderman is niet positief over de kampioenskansen: ‘Met het huidige spelersbudget is dat helaas niet erg waarschijnlijk. En verder moeten ze lekker in de Topklasse blijven spelen.’ Karstens deelt deze mening, ‘Het wordt natuurlijk een moeilijk verhaal om de beste te zijn, maar als alles op de goede plaats terechtkomt, waarom niet een keer? Noordwijk zal nooit willen en kunnen promoveren, omdat ze doodgewoon de middelen niet hebben om een 1e divisie club te onderhouden. Ik hoor in de wandelgangen, dat er bij Spakenburg een ex-betaald voetballer voor 70.000 euro loopt te voetballen, dus in de topklasse is de gekte ook al toegeslagen.’ Vieveen besluit: ‘Noordwijk zal niet promoveren, want de Noordwijkse gemeenschap is daar te kleinschalig voor. Bovendien zijn de streekderby’s hier geweldig; wat heb je te zoeken in de Jupiler League waarbij je voor 1.000 man voetbalt in Emmen of Limburg?’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home