‘Afhankelijk zijn van andere mensen is niet gemakkelijk’
Gevraagd naar haar vroegste jeugdherinneringen dacht Kleijweg terug aan die vele middagen knikkeren en bikkelen. Al op jonge leeftijd verhuisde ze van Delft naar Den Haag, waar ze tot ver na haar 90ste jaar bleef wonen. Zeventien jaar geleden overleed haar man en in 2008 verhuisde ze naar het Hofflant’s Huys. Een gemakkelijk leven heeft Kleijweg niet gehad, zo laat ze weten: ‘Ik heb twee wereldoorlogen en een periode van werkloosheid en diepe armoede meegemaakt. Maar ik pakte van alles aan en maakte schoon in kantoren en huizen.’ Mede hierdoor heeft ze goed voor haar twee zonen en één dochter kunnen zorgen. Tegenwoordig mag ze negen kleinkinderen en ‘een aantal’ (10) achterkleinkinderen tot haar nazaten rekenen.
Gevraagd naar hoe het kan dat ze zo oud is geworden, twijfelt Kleijweg over het antwoord. ‘Mijn moeder is op haar 48ste gestorven en mijn vader toen hij 68 was. Mijn grootouders zijn wel ruim 90 geworden. Ik heb nooit gerookt of gedronken.’ Ze lacht met een twinkeling in haar ogen: ‘En haring vind ik heerlijk!’ Kleijweg volgt nog altijd het nieuws, maar kan zich er niet meer druk over maken. ‘Als je zo oud bent als ik, hobbel je maar mee met alles wat er gebeurt. De dagen zijn hetzelfde. Ik doe niets, behalve zitten in mijn rolstoel en liggen op bed. Ik ben afhankelijk van andere mensen en dat is niet gemakkelijk. Wel ben ik dankbaar voor de mensen die dat voor je willen doen.’
Zondag vierde Kleijweg haar verjaardag, maar cadeaus hoeft ze niet te hebben, zo laat ze weten: ‘Wat heb ik eraan? Ik kan het toch niet meenemen. Iedereen gaat dood en blijft dat. Er is namelijk nog nooit iemand teruggekomen die het niet beviel.’ Ze kijkt uit naar de komst van haar familie; dat is het grootste cadeau dat ze kan krijgen. Aan het eind van het interview worden enkele foto’s van haar gemaakt. Ze bekijkt het resultaat en concludeert verrast: ‘Wat een ouwe kop!’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home