SKO mag bouwen

OEGSTGEEST – De SKO mag doorgaan met de bouw van het nieuwe onderkomen in Oegstgeest-Zuid. Aanvankelijke twijfels bij een deel van de commissieleden over de nut en noodzaak van dit nieuwe onderkomen voor de buitenschoolse opvang werden door wethouder Tonjann weggewuifd. Tijdens de vergadering van de commissie Ruimte liet ze donderdag 12 januari weten dat ‘Oegstgeest tegen de trend in toch een enorme vraag naar leerlingen heeft’.

Commissielid Dekker (VVD) had vragen over de parkeerdruk die gaat ontstaan bij de school en het naburige kerkterrein. Zijn collega De Ruijter (LO) adviseerde om helemaal niets te bouwen: ‘Het meest duurzaam bouwen is als je niets bouwt. Op andere scholen daalt het aantal leerlingen; dat zijn dus alternatieve locaties om de kinderen naar toe te sturen.’ Commissielid Braun (TO) vond het SKO-plan helemaal niets: ‘Hier wordt een lijk gereanimeerd.’

Commissielid Den Boer (CDA) was echter wel direct enthousiast: ‘Het gaat hier om een private onderneming. Als zij hier behoefte aan zien en de samenwerking met de school kunnen doen, moeten zij de ruimte krijgen om dat te doen.’ Zijn collega Veenstra (PrO) vroeg zich af of de SKO locatie niet ‘meer geïntegreerd had kunnen worden in het bestaande gebouw.’

Tonjann liet weten dat met de kerk goede afspraken zijn gemaakt over het parkeren. Verder stelde ze: ‘Ik kan niet in een glazen bol kijken, waar het gaat om de aantallen leerlingen in de toekomst. Maar Oegstgeest heeft tegen de trend in toch een enorme vraag. Locaties dichter bij de school hebben een betere overlevingskans dan locaties die verder weg van een school staan.

Braun tipte de wethouder: ‘Laat de school en de SKO een ontmoedigingsbeleid voeren richting de ouders over het gebruik van de auto. Op deze manier vervoeren zij hun kinderen zoveel mogelijk met de fiets in plaats van met de auto. Zorg voor kiss & ride plekken: ‘de auto open, kind eruit en doorrijden!’ Deze woorden leidde tot de opmerking of de ouders ook eerst nog mogen stoppen om hun kind de auto uit te laten. Een meerderheid van de gemeenteraad steunde de wethouder echter, zodat het onderwerp hoogstwaarschijnlijk als hamerstuk wordt behandeld tijdens de komende gemeenteraadsvergadering.