Politieke pracht

Roberto ter Hark

NOORDWIJK – In deze serie praten de 21 gemeenteraadsleden over de essentie van politiek. Wat hebben ze bereikt en waar willen ze dat Noordwijk naar toe gaat? Welke onderwerpen hebben de politici het meest geraakt? Fractievoorzitter Roberto ter Hark (VVD/JES): ‘Als ik minder doe, krijg ik een wat onrustig gevoel’.

Ter Hark (32) is deze weken druk bezig met het vinden van een opvolger voor de vertrokken Leendert de Lange. Hij wil niet zelf nu deze functie oppakken. ‘Mijn rol ligt het komende jaar in de raad als fractievoorzitter. Politiek gezien is er nog genoeg te doen. Toen ik in 2006 in de politiek kwam, ging het economisch voorspoedig. Die tijd is veranderd. Dat brengt een andere dynamiek met zich mee.’ Hij is  blij met een andere ontwikkeling: ‘In 2006 hadden we acht partijen in de raad en nu nog maar zes. Het grote verschil is, dat je een paar grote en enkele minder grote partijen hebt. Hierdoor is er niet meer zoveel een wirwar aan mensen en meningen.’

Zijn grootste politieke succes is, dat tegenwoordig de uitkeringsfraude hard wordt aangepakt. ‘Daar blijf ik me voor inzetten. Mensen moeten niet onterecht een uitkering krijgen en als het wel gebeurt, moet de ISD hier korte metten mee maken. Frauderen mag nooit baten.’ Ook is Ter Hark blij met het aanpakken van de shameplekken, de komst van de bikers en de wifi in het toeristisch kerngebied. En zijn grootste teleurstelling? ‘Het is zonde dat de zes zetels die we hadden, er nu vijf zijn. Maar het was onvermijdelijk; ik kan mezelf recht in de ogen aankijken en weet zeker dat ik er alles aan gedaan heb om de boel bij elkaar te houden.’

Ter Hark blijft de komende jaren zeker actief in de politiek. ‘Het is mooi om met Noordwijk bezig te zijn. Het is altijd dynamisch en beslissingen die je neemt, leiden tot concrete stappen. Je kunt zien welke gevolgen jouw beslissingen hebben en dat is het mooie aan de lokale politiek. Bovendien geniet ik nog iedere dag van het fractievoorzitterschap.’ Hij geeft toe dat hij geen man is van het stilzitten. ‘Ik heb een interessante baan in het bedrijfsleven, die ik zeker wil houden. Verder ben ik vooral bezig met zaken waar ik veel positieve energie van krijg. Ik moet bezig zijn, als ik niets omhanden heb, is dat niet altijd even goed. Ik word dan niet chagrijnig, maar ik heb het nodig om zaken op te pakken. Als ik minder doe, krijg ik een wat onrustig gevoel.’

De komende jaren gaat Ter Hark zich inzetten voor het oppakken van de drie decentralisaties (AWBZ, participatiewet en jeugdzorg). Ik maak me ook zorgen over de werkgelegenheid: de bouw en horeca worden het hardst geraakt en zij zijn in deze streek belangrijke werkgevers. Vorig jaar zijn 26% meer mensen in de WW gekomen. Zij zitten zonder baan en daar maak ik me zorgen over. We hebben nog wel wat voor de boeg. De crisis is niet voorbij.’