BESCAL krijgt nog meer geld

LISSE – De gemeente werd onaangenaam verrast door een verzoek van stichting BESCAL voor een extra subsidie van 164.494 euro. Dit geld moet besteed worden aan ‘niet geraamde onderhoudskosten van de diverse accommodaties’. Ook worden goederen en inventaris vervangen. Wethouder Adri de Roon liet dinsdag 12 maart weten dat hij in de toekomst ‘goede ramingen’ wil ontvangen van BESCAL.

Sinds 2009 beheert en exploiteert BESCAL in opdracht van de gemeente ’t Poelhuys en Jongerencentrum De Greef. Vorig jaar kwamen hier de Beukenhof en de Engelenburcht bij. Ook het nog te bouwen Floralis theater moet onder het beheer van deze stichting komen. De gemeente had er al rekening mee gehouden, dat BESCAL een subsidieaanvraag zou doen voor 305.000 euro. De totale aanvraag van bijna 470.000 euro was dan ook een schok.

In de ambtelijke stukken wordt een kritische kanttekening geplaatst: ‘Uitgangspunt bij het professioneel exploiteren en beheren van de accommodaties is efficiency. Bij de begroting van 2012 is opgemerkt, dat de personeelskosten in verhouding tot de (huur)opbrengsten teveel toenemen. Dit is een van de aandachtspunten bij de evaluatie bij het beheer en de exploitatie van BESCAL gedurende de periode 2009 – 2012. De Roon: ‘De directeur van BESCAL vertrekt en daarom wordt gekeken naar de nieuwe opzet van de administratie. We hebben eerder al opdracht gegeven aan de Raad van Toezicht om een evaluatie te verstrekken. We verwachten dat in het tweede kwartaal. We willen ook een meerjarenperspectief dat rekening houdt met theater Floralis.’

De wethouder vertelt over de financiële tegenvaller: ‘Voor het grootste deel zijn de kosten voor niet eerder geraamde onderhoud- en vervangingsinvesteringen en vervanging van inventaris.’ Niet alle accommodaties worden goed bezet en BESCAL moet met een overzicht komen van de bezettingsgraad van de verschillende gebouwen. Vervolgens gaat de gemeente bekijken welke gebouwen kunnen blijven staan en welke (op termijn) weg moeten. De Roon: ‘De Beukenhof is veertig jaar oud en aan het eind van de levensduur. Dat moet herbouwd of opnieuw opgebouwd worden. De Greef wordt weinig benut: de vraag is hoe lang we dat nog open kunnen houden. Ik wil met de verenigingen in gesprek en vraag hen waarom ze niet van de Greef gebruik maken.’