KAAG EN BRAASSEM – Het Regionale Convenant Huisvesting Arbeidsmigranten Holland moet ervoor zorgen dat arbeidsmigranten niet uitgebuit worden en voor hun noodzakelijke bewoning weggestopt worden in een achterkamertje. Ook voor de omwonenden mag er niet teveel overlast komen.
Wethouder Jan Uit den Boogaard vertelt: ‘In onze gemeente zijn 65 woningen, waar buitenlandse medewerkers zijn gehuisvest. In gewone huizen mogen gezinnen wonen, maar in deze woningen zitten al gauw tien individuele mensen die geen gezin vormen. Een ander voorbeeld komt vaak voor in het buitengebied; daar woont de boer niet meer op de boerderij en wordt het gebouw gebruikt voor arbeidsmigranten.’
De gemeente wil de behuizing voor de arbeidsmigranten goed regelen. Iedere bewoner moet minimaal één eigen slaapkamer hebben en in het pand mogen maximaal tien mensen wonen. Uit den Boogaard: ‘Ze moeten goed en veilig wonen, maar tegelijkertijd mogen er niet teveel van deze woningen in één straatje staan.’ Het gaat dan om maximaal één accommodatie per straat of in ieder geval met 200 meter afstand tot de volgende arbeidsmigrantenopvang. Binnen de bebouwde kom mogen de arbeidsmigranten overigens geen onderdak krijgen op bedrijventerreinen.
Uit den Boogaard is groot voorstander van het officieel regelen van de behuizing: ‘Zo zorgen we ervoor dat alle mensen die hier vanuit het buitenland komen om te werken, hier ook op een juiste wijze zijn gehuisvest. Daarmee voorkom je dat mensen in een schuurtje worden weggedouwd.’ De wethouder heeft niet gehoord van dat soort situaties, maar het zou voor hem onverteerbaar zijn: ‘Dat zou wat mij betreft qua handhaving op de eerste plek komen.’ In april ondertekenen werkgevers, uitzendbureaus en woningbouwcorporaties een convenant waarin de regels zijn afgesproken over hoe de huisvesting voor buitenlandse werknemers geregeld moet zijn.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home