Ruïne van Teylingen gered van ondergang

VOORHOUT – De Stichting Beheer Kasteel Teylingen mag de komende jaren officieel zorgen voor het behoud en onderhoud van de ruïne van Teylingen. Beheerder en initiatiefnemer Gerard Rutgrink is hier heel blij mee: ‘Wij waren de enige officiële aanvrager en we zijn blij met het vertrouwen van de gemeente Teylingen en de Kastelenstichting Holland-Zeeland.’

Tot voor kort leek de ruïne gedoemd te verdwijnen. De Kastelenstichting had vorig jaar namelijk besloten, dat er door de rijksbezuinigingen geen geld meer zou worden gegeven aan het behoud van deze ruïne. Rutgrink stelde het tot zijn doel om dit stuk cultureel erfgoed te behouden voor het nageslacht. De doelstellingen van de stichting richten zich met name op het ruimer openstellen van de ruïne. Immers, een dood monument is geen monument.

Rutgrink somt de mogelijkheden op: ‘Scholieren komen langs bij de ruïne in het kader van het erfgoedspoorproject. Ook zijn er reguliere openstellingen in de weekenden en door de week en kunnen er evenementen plaatsvinden.’ Die evenementen passen dan wel in de historische omgeving, zoals het nabootsen door levende geschiedenisgroepen van het leven zoals het in de middeleeuwen was.’

Maar het onderhouden van een historische ruïne kost geld. Veel geld, dat niet beschikbaar wordt gesteld door de gemeente Teylingen of de Kastelenstichting. Rutgrink laat hierover weten: ‘De gemeente heeft inderdaad geen financiën hiervoor, maar helpt ons wel met het faciliteren van vergunningen en dergelijke. We zoeken donateurs en sponsors die ons in geld of natura willen helpen. De Kastelenstichting, bijvoorbeeld, schenkt ons een aantal spullen, zoals middeleeuwse tenten, tafels, stoelen en afzettingslint.’

Hij vervolgt: ‘Door de inzet van vrijwilligers verwacht ik, dat we de komende jaren kiet kunnen spelen. We gaan rondleidingen geven en verzorgen bijvoorbeeld gastlessen.’ Het eerste moment dat het oude Slot van Teylingen weer open is, is op maandag 20 mei tussen 10:00 uur en 17:00 uur; waarop de Week van de Geschiedenis begint. Rutgrink beschouwt dit als een ‘feestelijke heropening’, zo laat hij weten.