LISSE – En plotseling sta je daar op middelbare leeftijd op straat: in de ene hand je koffer en de andere hand je 12-jarige zoon. Dit doemscenario dreigt voor Simon (48) en Brenda (38) Vermeeren; ze hebben hun woning noodgedwongen moeten verkopen en moeten hier voor 1 juli uit zijn. Maar er is nog geen zicht op andere woonruimte en daarom trekken ze noodgedwongen luid aan de bel.
Buiten in de tuin staat een bord met ‘verkocht’ erop; dat ene woord verhult een voorgeschiedenis van veel ellende. Twee jaar geleden kwamen Simon en Brenda in de Chopinstraat wonen en ze waren vol hoop en verwachting voor hun gezamenlijke toekomst. Maar het geluk was hen tot nu toe niet gegund. Zijn stucadoorsbedrijf ging failliet, hij ging aan de slag als straatscoach, raakte overspannen en werd ontslagen. Tegenwoordig verdient hij de kost als vrachtwagenchauffeur, maar wel op een 0-urencontract. Maar het afgelopen jaar liep de hypotheekschuld almaar verder op en werd het stel gedwongen de woning te verkopen.
In de loop van vorig jaar trokken de beiden al aan de bel en dankzij de ISD gaan ze nu een driejarig traject van schuldhulpverlening in. Ze moeten dan de komende 36 maanden op een houtje bijten, maar vervolgens zijn ze wel van al hun schulden af. Maar veel urgenter is, dat ze volgende week op straat dreigen te komen. Het gezin wacht nog op een urgentieverklaring om eerder in aanmerking te komen voor een huurwoning van Stek. Maar het (mogelijk) goedkeuren van die urgentieverklaring gaat nog zo’n zes weken duren.
In die tijd kan het gezin nergens terecht. Mijn zoon heeft een verstandelijke beperking en is autistisch. Hij heeft structuur nodig in zijn leven. Als hij ergens logeert, gaat hij midden in de nacht gillen; dat kan ik mijn vrienden niet aandoen; ik wil ze graag nog te vriend houden.’ Maandag 17 juni bood burgemeester Lies Spruit het gezin aan om tijdelijk in een antikraakwoning te verblijven. Maar het is voor kinderen niet toegestaan om in een antikraakwoning te slapen. Daarom zou hun zoon zes weken lang naar de noodopvang van de Willem van den Bergh stichting moeten gaan.
Het is voor beiden onacceptabel. ‘Ik laat mijn zoon niet uit huis plaatsen. Als hij al zijn structuur kwijt raakt, krijgen we hem slechter terug, dan hij nu al is. Dat wordt ook bevestigd door de orthopedagoog. We zijn een gezin en willen als gezin geholpen worden. Waarom staat er niemand op, die ons en anderen die in hetzelfde schuitje zitten, helpt?’ Hij verzucht: ‘Het kan niet waar zijn dat je je kind weg moet doen om een onderkomen te krijgen. We weten het echt niet meer. We zijn altijd netjes geweest, hebben nooit iemand uitgekafferd. Nu willen we rust en ons leven weer opbouwen, maar we weten niet hoe.’
1 Comments:
Als iemand weet waar deze mensen te bereiken zijn kan Webwinkelcollecte misschien wat voor ze doen, of op zijn minst voor hun zoon.
Ik weet niet of ze dit soort zaken aannemen, maar het zou kunnen.
Een reactie posten
<< Home