OEGSTGEEST – We moeten allemaal
inleveren, maar er is één bevolkingsgroep die het toch gemakkelijk krijgen.
Althans, als het aan het college ligt. De burgemeester en wethouders
presenteerden vorige week een voorstel om 3,4 miljoen extra uit te geven aan
het ambtenarenapparaat. En door wie zijn deze voorstellen opgesteld? Precies;
de ambtenaren.
Het
voorstel leidde tijdens de begrotingsvergadering tot veel kritiek. Fractievoorzitter Michiel
Teeuwen (VVD): ‘We vinden het onbegrijpelijk dat de omvang van onze organisatie
niet kleiner wordt. De omvang is zelfs met 5% gestegen. Op lange termijn moet
het echt anders; waarom duurt de vergunning van een dakkapel zes weken, terwijl
het vijftien minuten werk is?’
Fractievoorzitter
Marien den Boer (CDA) vergeleek de gemeente met een schip op de oceaan aan het
randje van de wereld. ‘We moeten roeien met de riemen die we hebben om te
voorkomen dat we over het randje vallen. We hebben het geld hard nodig voor het
zwembad en de mensen die zorg nodig hebben. Het ambtenarenapparaat heeft versterking
nodig, maar het helpt niet om miljoenen te investeren in de overheid, zonder
dat duidelijk is wat er mee gebeurt. We kunnen ons schip niet over het randje
laten gaan. We moeten zorgen voor een happy end.’
Ook
fractievoorzitter Eelke van den Ouweelen (Lokaal) vond de miljoenenuitgaven
voor het ambtelijk apparaat, dat niet bekend staat om haar excellente kwaliteit
niet passend. De gang van zaken verdient geen
schoonheidsprijs. De inwoners begrijpen niet dat er een godsvermogen richting
de organisdatie gaat, terwijl er op de subsidies knalhard bezuinigd gaat
worden.’
Wethouder
Johanna Haanstra liet weten: ‘We begrijpen dat het vreemd overkomt dat je
overal bezuinigd, maar niet op de eigen organisatie. We hebben daar een goede
reden voor. We hebben ervaren dat we te maken hebben met veel achterstallig
onderhoud en een ad hoc werkwijze. We zijn door de kritische grens gezakt om de
kwaliteit van deze organisatie te borgen.’
Fractievoorzitter
Rob Braun (TO) constateerde: ‘De politiek begint, waar de logica ophoudt.’
Haanstra droomde verder: ‘Ik zie op dat schip mooie slanke matrozen staan,
waarbij iedereen weet wat hen te doen staat. Alles boent en glimt. Het is dat
ik een meisje ben, anders is het wel een heel bijzondere droom.’
De
wethouder besloot: ‘Dan word ik wakker en zie ik vele matrozen trekken aan
zeilen met gaten. We hebben echt nog een paar jaar nodig om alles op orde te
krijgen. Maar uiteindelijk moet er een beweging komen, waarin we het anders en
efficienter kunnen doen en mogelijk met minder mensen.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home