LISSE – De kosten voor het verstrekken van een gemeenelijke
starterslening moeten worden betaald door de woningverkoper. Dit
collegevoorstel leidde tot vragen bij de vaststelling van de Verordening
Startersleningen 2013, gedurende de vergadering van de commisie Maatschappij en
Financiën van woensdag 20 november.
Fractievoorzitter Cees Ruigrok
(Nieuw Lisse) vond het ‘een beetje vreemd dat de verkoper van het huis de
rekening kijgt. Is het juridisch houdbaar om dat bij een derde neer te leggen?’
Wethouder Ad van Zelst (Nieuw Lisse) vond dat dit wel zo was. ‘We leggen de
kosten bij de verkoper neer, omdat de kans dat hij het kan betalen, groter is.
Een starter heeft namelijk minder draagkracht. De gemeenten Amersfoort en Delft
gebruiken dergelijke constructies.’
Op de vraag van commissielid Bas van Riel (D66) of die
extra kosten niet juist leiden tot grotere problemen voor sommige
huizenverkopers, waarvan het huis ‘onder water staat’, antwoordde de wethouder:
‘De verkoper hoeft niet te verkopen; hij mag verkopen. We denken dat met deze
startersleningen de koek groter wordt. Iemand die (een huis, JD) voor
(maximaal, JD) 230.000 euro verkoopt, heeft toch een andere huis op het oog,
waarin hij wil investeren. Tenzij het een gedwongen verkoop is, maar daar zijn
er niet veel van. En ook als het huis onder water staat, is het fijn dat er een
koper is.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home