ROELOFARENDSVEEN –
Het Tweede kamerlid voor D66, Paul van Meenen (woordvoerder voor de
portefeuille Onderwijs en Wetenschapsbeleid) was maandag 25 november in Café ’t
Veen (Langeweg 16). Daar sprak hij voor zeventien leden van zijn partij over
zijn achtergrond, de maatschappelijke ontwikkelingen en het werk in de Tweede
Kamer.
Als voormalig docent ligt het onderwijs hem na aan het hart.
Toen Alexander Pechtold de buurman werd van Van Meenen, was zijn lot bezegeld;
hij kwam voor D66 in de gemeenteraad van Leiden en is daar tien jaar actief in
geweest. Sinds vorig jaar heeft Van Meenen de overstap gemaakt naar de Tweede
Kamer en dat bevalt hem uitstekend.
Hij pleit voor aanpassingen van het onderwijs. ‘Er moet
ruimte en vertrouwen komen voor docenten en kinderen moeten individueel tot hun
recht komen.’ Ook moet de digitalisering van de samenleving een grotere plaats
krijgen in het onderwijs. Van Meenen herhaalde een quote die hij hoorde van een
jongere: ‘School? Dat is de tijd dat ik offline ben.’ Het Tweede Kamerlid: ‘Dan
zijn we als onderwijs niet goed bezig.’ Taalachterstand wegwerken bij
leerlingen, nog voordat ze beginnen aan de basisschool, is ook van belang.
Hiervoor wordt landelijk een half miljard euro uitgegeven. Over de Pabo-opleiding (waar aankomende docenten
klaargestoomd worden om les te geven aan onze kinderen) is Van Meenen uiterst
kritisch. ‘Het leraarsvak heeft niet het aanzien wat het zou moeten hebben. Als
je gaat selecteren aan de poort, mag dat gebeuren bij de pabo-opleiding. Dat
driekwart zakt voor de rekentoets, vind ik zorgelijk. Dat is namelijk geen raketwetenschap.'
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home