De
mens achter de lijsttrekker
JOEP
DERKSEN
KAAG
EN BRAASSEM – De gemeenteraadsverkiezingen van woensdag 19 maart staan al weer
voor de deur. Ooit stemden we in het verzuilde Nederland op een partij, maar
met name de laatste tien jaren is de persoon van de lijsttrekker steeds
belangrijker geworden. ‘Wie is het waard om mijn stem te krijgen?’, zo vraagt
menig kiezer zich af. Daarom presenteert het Witte Weekblad u deze nieuwe
serie: Wie is toch de mens achter de lijsttrekker? Deze week is het de beurt
aan Petra van der Wereld (Samen voor Kaag en Braassem).
Van der Wereld groeide op
in Haarlem, maar leerde de liefde van haar leven al op haar 14de
kennen; op de camping in Otterlo. ‘Ik ging brood halen en hij zat op de brug.
Ik was meteen hoteldebotel verliefd.’ De 52-jarige politica heeft dankzij deze
toevallige ontmoeting ‘vier prachtige kinderen die allemaal anders zijn’. Als kind was ze zeker niet
de gemakkelijkste, zo geeft ze toe. ‘Ik was een wegloper en was kampioen
spijbelen. Mede daarom heb ik zes jaar over de Mavo gedaan. Ik vond dat toen al
een slechte vorm van onderwijs.’ Van der Wereld vond haar studiedraai daarna
echter in de opleiding ‘Activiteitenbegeleiding’ (het huidige sociaal
pedagogische werk) in Amsterdam. ‘Ik vind het leuk om met mensen te werken en
heb daar met veel plezier drie jaar op school gezeten.’
Van der Wereld was
bibliotheekmoeder op de basisschool van de kinderen en voorzitter van de ouderraad
bij de Boonaak. Ze startte met de rolstoelvierdadaags
bij Huize Jacobus en is daar ook de grondlegger van de extramurale zorg geweest.
Ze houdt enorm van lezen, handenarbeid, zingen, koken en het bezoeken van
concerten en ging de politiek in ‘om wat voor de mensen en de leefomgeving te betekenen’. ‘Ik heb er een hekel aan om
echt op de man te spelen en niet op de bal.
Ik probeer met vriendelijkheid soms de aggressiefste stellingen neer te
zetten. Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid en onheus bejegend worden. Daar
lig ik wakker van. Tot op zeker hoogte ben ik een binnenvetter, maar als het in
mezelf niet goed voelt, kan ik heel vervelend worden.
Eeuwige roem? Daar geeft ze
niets om: ‘Ik hoef niet een pleintje naar me vernoemd te hebben. Dat
interesseert me helemaal niets. Als hoofd Welzijn bij Verpleeghuis Overrhyn is
mijn dag helemaal goed als ik oude, zeer afhankelijke mensen van 80 tot 100
jaar, zie lachen. Ik doe het voor de mensen. Als zij blij zijn, heb ik niets
meer nodig.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home