JOEP
DERKSEN
NIEUWKOOP
> Anderhalf uur
praten over het onderwerp ‘leerlingenvervoer’. Na een presentatie over dit
onderwerp presteerden de 22 commissieleden het om werkelijk ieder aspect te
belichten. Het had uiteindelijk succes, want deze discussie wordt tijdens de
besluitvormende raadsvergadering niet nog een keer over gedaan, maar het item
‘leerlingenvervoer’ wordt een hamerstuk.
De Rekenkamer heeft laten
uitzoeken hoe het huidige leerlingenvervoersysteem in de praktijk werkt. Er is
ruimte voor verbetering en kostenbesparingen. Al jaren maken namelijk veel meer
ouders gebruik van het dure taxivervoer, terwijl er vaak ook andere
alternatieven zijn. Kinderen boven de tien jaar zijn bijvoorbeeld al
zelfstandig genoeg om met het openbaar vervoer te gaan. Maar ook kunnen ouders
met elkaar afspreken om de kinderen te gaan carpoolen, waarbij om de beurt
groepjes kinderen door een andere ouder gehaald en gebracht worden.
Per jaar is de gemeente
550.000 euro kwijt aan het leerlingenvervoer voor 165 kinderen en dat is 3.200
euro per leerling. Ook ouders die hun kroost sturen naar scholen met een
‘bijzondere levensovertuiging’, die buiten het eigen dorp ligt, krijgen geld om
hun kind daarheen te sturen. Het gaat hier om 18 kinderen. Op dit moment zijn
er wettelijk gezien geen mogelijkheden om dat te wijzigen.
Een ander knelpunt is, dat
de directeuren van het speciaal onderwijs een vervoersverklaring moeten
afgeven, waarmee de ouders geld kunnen krijgen van de gemeente voor het laten
vervoeren van hun kinderen. Dat brengt die directeuren vaak in een lastig
parket; weigering van dit verzoek leidt namelijk regelmatig tot verstoorde
verhoudingen. De rekenkamer adviseert dan ook om dit advies te laten uitvoeren
door een onafhankelijke instantie. Ook komen er zogeheten
‘keukentafelgesprekken’met ouders van
kinderen die gebruik maken van het leerlingenvervoer. In die gesprekken wordt
gekeken of er ook andere mogelijkheden dan een dure taxi zijn om de leerlingen
van en naar school te brengen.
Wethouder Meltzer ziet veel
voordelen: ‘Passend onderwijs zo dicht mogeiljk bij de leerling thuis, is het beste.
Maar de weg daar naar toe is nog lang. Zoveel mogelijk kinderen met een
uitdaging moeten op de scholen in het eigen dorp opgevangen worden. Zo kunnen
de kleinere scholen ook eenvoudiger de minimumnorm van het aantal leerlingen
halen. Maar wel is het zo dat we binnen het basisonderwijs soms ook te maken
hebben met zeer grote klassen. Als je daar ook leerlingen met complexe
problematieken aan gaat toevoegen, heb je extra ondersteuning nodig. Maar je
kunt werken aan een afbouw van de activiteiten op de speciale scholen en deze
activiteiten overbrengen naar de scholen waar de leerlingen op terecht komen.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home