Ondernemers
willen dat paracommercie wordt aangepakt
Door
Joep Derksen
STREEK
– Wie een bar of restaurant wil openen, kan beter een sportvereniging
beginnen met een kantine er bij. Veel
ondernemers worden stapelgek van de controlerende overheid, die als een havik
kijkt of alle regeltjes wel opgevolgd worden. Dan gaat het niet alleen om zaken
als de inrichting van de zaak of een nieuwe uitbouw, maar ook om de controles
van minderjarige alcoholgebruikers en het maken van reclame voor je eigen
bedrijf. Verenigingen plakken en hangen echter te pas en te onpas posters om
het ene of andere evenement aan te kondigen. Ondertussen worden er op menig
sportvereniging ware Bacchusfeesten gehouden, onder het mom van ‘een
sportfeest’. De inkomsten die hier uit voortkomen worden onthouden aan de echte
ondernemers.
In de regio mogen
sportverenigingen alleen feesten en partijen organiseren, die ‘gekoppeld zijn’
aan een sportevenement. Dus als een voetbalclub een voetbaltoernooi organiseert,
kunnen daarbij versnaperingen verkocht worden. Een rondje langs verschillende
sportverenigingen toont echter aan, dat die regels behoorlijk opgerekt worden. Bollenstreek
IntoBusiness heeft aan meerdere sportverenigingen gevraagd, of een
bedrijfsfeest gehouden kon worden op hun
velden, in hun zalen of sporthallen. Dat was geen probleem, zolang er maar
sportactiviteiten aan gekoppeld worden. Zoals een bedrijfstoernooitje voetbal,
met na afloop een borreluurtje in de kantine of een barbeque bij de velden. De
clubs stellen dan de benodigde materialen als ballen en kleine doeltjes
beschikbaar. Grote
gezelschappen worden zelfs van Schiphol gehaald, waarna ze bij de
sportvereniging gefêteerd worden.
Doorn
Dit soort zaken zijn een
doorn in het oog van Stephan Stokkermans, die namens de Koninklijke Horeca
Nederland, afdeling Horeca laat weten: ‘We zijn een groot voorstander van
actieve sportverenigingen en zijn ons ervan bewust, dat de kantine-inkomsten
een waardevolle bijdrage kunnen zijn voor een gezonde exploitatie. Die
activiteiten dienen gerelateerd te zijn aan verenigingsactiviteiten en daarmee
is automatisch geen ruimte voor het vieren van bruiloften, verjaardagen en
overige bijeenkomsten. Een drankje tot
een aantal uren na de training, wedstrijd of het vieren van een
kampioenschap is prima, maar het blijft een sportvereniging. Alle andere
activiteiten moeten gevierd worden in de plaatselijke horeca.’ Ook de lagere
drankprijzen in de kantines ten opzichte van de reguliere horecaprijzen moeten
aangepakt worden; ‘Zodra er sprake is van commerciële
activiteiten, hanteren wij het principe “Gelijke monniken, gelijke kappen”.’
Scheefgroei
De paracommercie lijkt ook
gebruik te maken van de gebrekkige controle waar het gaat om de scheefgroei aan
reclameuitingen. In verschillende gemeenten hangen driehoeksborden, die
officieel de enige voorwerpen zijn die gebruikt mogen worden als reclamezuil.
Maar veel culturele, sport- en jongerenverenigingen hangen voorafgaand aan een
evenement zonder problemen spandoeken in weilanden en langs doorgaande wegen
voor een stukje extra reclame. Zelden of nooit worden die spandoeken
verwijderd. Maar de winkelier die het waagt om zijn eigen driehoeksbordje met
aanbiedingen twee meter voor de ingang van zijn zaak te zetten, kan rekenen op
een bezoek van de bestuurlijke opsporingsambtenaar.
Ruim 90% van de deelnemers
aan de Bollenstreek IntoBusiness poll was het oneens met de stelling:
‘Bedrijven en/of verenigingen moeten zelf kunnen bepalen waar en hoe zij
reclameborden plaatsen. De vraag om handhaving is dus groot. Iedere gemeente
heeft zijn eigen beleid waar het gaat om de handhaving van de reclamewildgroei.
Burgemeester Anne-Lize van der Stoel van de gemeente Teylingen laat hierover
weten: ‘Het beleidsuitgangspunt
‘eenduidige reclame-uiting’, geen losse vandalismegevoelige geplaatste borden,
is behaald. Wij ontvangen geen klachten meer van inwoners over overlast van
reclameborden. Voor het handhaven van illegaal ophangen/plaatsen van
reclameborden is voor dit jaar 70 uur geraamd. Handhaving van reclameborden
heeft in de handhavingsnota een gemiddelde prioriteit. Het betreft een
bevoegdheid van de burgemeester en kan qua prioriteitstelling per gemeente
verschillen. De boa’s nemen handhaving van reclameborden mee in hun reguliere toezichtronden.’
Over de tarieven van de driehoeksreclameborden langs de doorgaande
wegen, laat de burgemeester weten: ‘Non-profitinstellingen betalen een lager
tarief, ook als zij tijdens hun activiteit eten en drinken verkopen.
Daarmee verwerven zij inkomsten, waar commerciële bedrijven verdienen aan de
verkoop van hun product. Appels en peren kun je nu eenmaal niet vergelijken.
Het toezicht op de uitvoering van het handhavingsbeleid is aan de betreffende
gemeenteraad. Iedere gemeente heeft een eigen contract met verschillende
looptijden met een exploitant van reclameborden. Dit aspect vereenvoudigd de
weg naar een eensluidend beleid niet.’
Veel ondernemers zijn het hartgrondig eens, dat er geen voorkeursbeleid
moet plaatsvinden, zo blijkt ook uit de uitslag van de poll op: www.bollenstreekintobusiness.nu. Op de stelling: ‘Bedrijven en/of verenigingen moeten zelf kunnen
bepalen waar en hoe zij reclameborden kunnen plaatsen, reageerden maar liefst
385 ondernemers. Ruim 93% was het hiermee oneens. Het laatste artikel over deze
zaak is dus nog niet geschreven! Wilt u reageren op dit artikel, stuur dan een
email naar: john@intobusiness.nu.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home