Interviewserie
met wethouders
JOEP
DERKSEN
KAAG
EN BRAASSEM – De vier wethouders die sinds mei onze gemeente besturen, zitten
al weer enkele maanden op hun post en inmiddels zijn ze al aardig ingewerkt.
Het is dus de hoogste tijd om hen te vragen naar hoe ze hun nieuwe positie
ervaren. In het laatste deel van deze serie komt wethouder Harry van Schooten
aan het woord: ‘Van zingen ontspan ik’.
Als wethouder moet je
vanaf de allereerste dag alert zijn en grip houden op de zaken. Van Schooten
besefte zich dat terdege. Hij vertelt: ‘Je komt niet alleen inwerken, maar hebt
ook verantwoordelijkheden. Je moet zorgen dat je niet geleefd wordt. Wethouder
zijn is heel vernieuwend en geeft ook heel veel inspiratie en energie.’ Heeft
hij het gevoel dat hij als nieuwe wethouder, die zich bezig houdt met grensoverschrijdende
onderwerpen, een achterstand heeft op meer ervaren wethouders in de regio? ‘Ik
kan daar alleen maar van leren en bovendien kunnen de ambtenaren mij informatie
geven over alle onderwerpen. Het is niet zo dat ik alleen in het diepe spring. Domme
vragen kan je niet stellen alleen antwoorden kunnen dom zijn.’
Van Schooten voetbalde
dagelijks op straat in de Rotterdamse wijk Overschie, was een actieve jongen en
werd als kind streng katholiek opgevoed, met respect voor gezag. ‘Ik beschouw
me nu niet meer als katholiek, maar wel als christelijk; ik geloof wel in een
God, maar dat kan ook de natuur zijn.’ Twintig jaar geleden kwam de wethouder
in Oude Wetering wonen en inmiddels geniet hij ook van zijn woning in Nieuwe
Wetering. Nog altijd is hij lid van een zangvereniging en hij neemt de bariton
voor zijn rekening. Van Schooten geniet van het zingen: ‘Na de eerste repetitie
wist ik het al: “Dit is het!” Ik geniet van het zingen; je bent met je lichaam
bezig, het ontspant je en maakt je geest vrij. Na een dag werken ga je vermoeid
naar de repetitie toe en na twee uur zingen kom ik uitgerust weer thuis.’
Voor zijn nieuwe
wethouderschap heeft Van Schooten ook opofferingen moeten maken. Het
lidmaatschap van de sportschool heeft hij moeten opzeggen en ook zijn
vrijwilligerswerk bij de Voedselbank in Leiden en bij een Afasicentrum
(psychiatrische patiënten) voor verstandelijk beperkten en kan hij niet
voortzetten. De tijd hiervoor ontbreekt simpelweg. Na dertig jaar
vrijwilligerswerk, vindt hij dit ‘jammer, maar noodzakelijk’. Het
wethouderschap moet namelijk voor de volle 100% gedaan worden.
En waarom wilde Van
Schooten dat wethouderschap? ‘In de jaren dat ik gemeenteraadslid was, werd ik
geraakt door de inhoud van het politieke werk en als wethouder heb je heel
sterk met die inhoud te maken. Ik vond het een heel inspirerende gedachte om
hier mee aan de gang te gaan. Ik had niet het gevoel dat ik het beter kon dan
mijn voorgangers, maar wel het gevoel dat het anders moest. Ik probeer om
mensen in een vroegtijdig stadium te betrekken bij hun leefomgeving, maar wil
ook de raad meer meenemen. Je bent verantwoordelijjk voor de toekomst van
25.000 mensen en het gaat over behoorlijk wat pegels. Maar geld is slechts één
aspect; het gaat er ook om dat je mensen respecteert. Iedereen die een gesprek
aanvraagt, krijgt dat gesprek. Ook als ik niets kan doen; dan leg ik uit waarom
iets niet mogelijk is.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home