‘Ieder kind moet zich
veilig kunnen voelen’
JOEP DERKSEN
RIJNSATERWOUDE – Maar
liefst 43 jaar stond onderwijzer Arnold Heuzen dag in,dag uit, voor de klas.
Vrijdag 17 oktober vierde hij zijn definitieve afscheid en werd hij door de
kinderen, ouders en zijn collega’s flink in het zonnetje gezet.
Meer
dan vier decennia werken in een vak, waar Heuzen bij toeval is ingerold. Op
basisschool De Kinderarcke legt hij uit, hoe het allemaal zo gekomen is. Na de
MULO meldde Heuzen zich bij de kweekschool voor onderwijzers, waar hij leerde
hoe je met kinderen en mensen omgaat, hen opvoedt en vooruitbrengt. De echte
liefde voor het vak kwam eigenlijk pas later, informeert Heuze. ‘In de loop van
de eerste tien jaar is het gegroeid dat ik zei: dit wil ik blijven doen; het
omgaan met de kinderen, het uitdagen, sturen en kneden.’ Het belangrijkste dat
Heuze heeft geleerd in al die jaren is, dat ieder kind zich veilig moet voelen
op school. Want buiten het speelplein is de wereld soms helemaal niet zo aardig
voor kinderen.
Heuzen: ‘Soms moet je hier de kinderen
overstelpen in liefde en aandacht om alle agressie die ze in zich hebben te
compenseren. Op die manier krijg je contact en kan het kind zich in ieder geval
hier op school tot zijn recht voelen. Een heel enkele keer heb ik wel fysiek moeten
vechten met een kind, waarbij ik hem anderhalf uur vastgeklemd in de houtgreep
hield. Daarna brak hij en heb ik hem drie kwartier getroost. Vervolgens kon een
stappenplan worden opgezet en is hij uiteindelijk goed terechtgekomen.’
De
onderwijzer is er één van de oude leer; de kinderen zeggen geen ‘meester Arnold’
tegen hem , maar ‘meester Heuzen’ en hij kan de orde goed houden. ‘Kinderen
mogen u en jij zeggen, zolang de ondertoon maar goed is. De meeste kinderen
zeggen u tegen mij.’ Heuzen is voorstander van proefondervindelijk leren: ‘Er
zijn kinderen die op gedragsgebied hulp nodig hebben omdat ze agressief of
timide zijn of gepest worden. Sommige jongens wilden een keer ongelooflijk hard
gooien met een trefbal. Dan ging ik met een collega ook even hard de bal op hen
gooien. Daar leren ze van, want als je zo’n bal tegen je aan krijgt, is dat niet
zo leuk.’
Wat
wenst u de school toe? ‘Ik wens de kinderen een heel goede ontwikkeling toe,
dat ze zich veilig voelen en dat ze hun capaciteiten er uit kunnen halen.’ U
bent 64 jaar; waarom stopt u? ‘Als ik nu stop, krijg ik na 43 jaar en nog wat
maanden werken meer inkomen, dan als ik blijf werken. Bovendien gaat de
bureaucratie veel meer tijd innemen. Jongeren willen graag een baan hebben en
ik kan nog leuke dingend doen. Laat mij maar dan maar lekker gaan. Als men wil,
kan ik nog wat hand- en spandiensten verrichten, zoals het begeleiden van
kinderen en het nakijkwerk doen.’ Hij lacht: ‘Maar ik ga niet hun papierwerk
verzorgen!’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home