Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 70 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.800, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

18 december 2014

Strijden voor vluchtelingen

JOEP DERKSEN
NOORDWIJK – Dagelijks zijn de meeste mensen vooral bezig met hun eigen leven en het oplossen van de eigen zorgen. Slechts weinigen zetten zich in voor anderen. Een van hen is Mily Lakeman van VluchtelingenWerk. Samen met haar vijftien vrijwilligers zorgt ze er voor, dat vluchtelingen uit heel de wereld hier opgevangen worden. En dat niet alleen, ook begeleidt VluchtelingenWerk twee jaar lang de mensen die hier een nieuw leven komen opbouwen. Of het nu gaat om het regelen van al het papierwerk met betrekking tot ziektekosten of het aanvragen van een uitkering.
Al achttien jaar doet ze dit werk. Haar voorliefde voor vreemde culturen bloeide op tijdens een groepsreis in Afrika in 1980. ‘De puurheid van die mensen maakte indruk op me; ze hadden zo weinig en traden je toch altijd met een lach tegemoet. Die ervaringen maakten veel in me los en zorgden er voor dat ik antropologie ging studeren.’ Ze begon als vrijwiliger bij VluchtelingenWerk in Leiden en werd aangenomen als (betaald) coördinator in Noordwijk en Noordwijkerhout. ‘Ik probeer de vrijwilligers zo goed mogelijk te begeleiden in het werk. Ik heb er heel veel respect voor dat ze dit geheel vrijwillig en vanuit een bepaalde overtuiging hulp bieden.’
Het aantal vluchtelingen dat naar Nederland komt, neemt sterk toe. Nederlandse gemeenten worden verplicht  om de statushouders (mensen die een verblijfsvergunning krijgen) op te vangen en woningen aan te bieden. Dit jaar moest Noordwijk zorgen voor 21 mensen, maar voor het komende half jaar moeten er al 22 mensen onderdak verleend worden. Deze toevloed van mensen legt dus een grote druk op de sociale woningmarkt. Lakeman erkent dat: ‘Hier komen niet zoveel woningen vrij en het aandeel van sociale woningbouw is heel beperkt. Ik zie best dat daar een probleem gaat ontstaan. Tot nu toe is het allemaal gelukt, maar ik begrijp dat dit gaat steken bij mensen die hier een woning willen hebben en daardoor langer moeten wachten.’
In de regio zijn bestuurders al aan het denken over oplossingen, maar een écht antwoord is nog niet gevonden. ‘Ik heb grote moeite met het inzetten van wooncontainers of het ombouwen van kantoren om de statushouders in onder te brengen. Tussen 1995 en 2005 hadden we hier al wisselwoningen aan het Gruenenpad en de Morgenster en we hebben daar tien jaar ontzettend veel ellende meegemaakt met de mensen die daar geconcentreerd op elkaar zaten. Een groep jongeren uitte hun woede door allemaal racistische leuzen op de muren te kalken en zelfs werden er brandende flessen met benzine naar binnen gegooid. Je kunt kijken naar gebouwen die leeg staan om statushouders in te huisvesten, maar zorg er voor dat je deze mensen mengt met andere inwoners van Noordwijk.’
De vrijwilligers begeleiden de voormalige vluchtelingen gemiddeld twee jaar lang. ‘Het gaat er om dat mensen hun draai vinden en dat ze het Nederlands onder de knie krijgen.’ Er is vrijwel geen sprake van agressie of geweld, ondanks dat sommige vluchtelingen een forse emotionele tik hebben gekregen. ‘Natuurlijk zijn sommigen best wantrouwig, maar ze zien dat wij heel veel voor hun doen en dat het in hun eigen belang is.’ Lakeman roept de mensen op om meer begrip te hebben voor de vluchtelingen: ‘Dat kleine beetje mensen dat wij opvangen is zó ontzettend weinig vergeleken met landen als Jordanië, Libanonen Turkije. Voor hen is het niet gemakkelijk om hier een nieuw leven op te bouwen, nadat ze hun roots hebben verlaten. Ik hoop dat mensen eerst nadenken voordat ze soms uitspraken doen als: ‘Laat ze maar lekker daar blijven. Stel je voor dat je zelf op de vlucht moet.’