JOEP DERKSEN
ROELOFARENDSVEEN – Jeu
de boule; dat is toch dat spel met die grote ballen en zo’n klein balletje? Dat
klopt, maar er gaat een hele sportwereld schuil achter dit spel dat door velen
uitsluitend op de camping beoefend wordt. Theo van der Salm en Aad Toet van de
jeu de boules vereniging De Boel De Boule geven een kijkje achter de schermen.
De
Boel De Boule bestaat sinds 1997 en in die tijd is het ledenaantal gegroeid
naar 130 mannen en vrouwen; de meeste hiervan zijn de pensioengerechtigde
leeftijd al gepasseerd. Het oudste lid is al 92 jaar. Dat is ook één van de
redenen waarom de club vooral recreatief speelt, zo laat Van der Salm weten.
Het is namelijk de jeugd die meestrijdt aan de echte wereldtop en meedoet met
de EK’s en WK’s.
Het
jeu de boulespel wordt eigenlijk maar op één officiële manier gespeeld, volgens
36 richtlijnen. Toch zijn er veel varianten, die op Franse campings te zien
zijn. Dat is ook één van de redenen waarom Van der Salm en Toet in vier lessen
aan geïnteresseerden de basisprincipes van het jeu de boulen bijbrengen. Voor
Van der Salm is het de laatste keer en Toet neemt dit stokje over. ‘Juist als
je wat verder wilt in deze sport is het eeen kwestie van trainen, tactiek en
techniek. Wij leggen de basis in vier lessen, maar dan ben je nog lang geen
bouler op niveau. Je kent de basis spelregels en we leren een aantal technische
aspecten bij.’
Toet
licht toe: ‘Er is een bepaalde manier van werpen noodzakelijk. Het is niet zo maar
een balletje gooien. Je bespreekt als twee- of driepersoonsteam een bepaalde
tactiek. Je moet bepalen of je een boule gaat plaatsen of dat je een boule van
de tegenstander gaat wegtikken. Degene die de ballen gooit richting de ‘but’
(het kleine balletje) is de plaatser en de ander is de tireur; die moet de
ballen van de tegenstander wegkaatsen.’
Het
allerbelangrijkste in het jeu de boulespel is de worp. Van der Salm doet het
voor: ‘Je moet de rug van de hand gestrekt naar voren houden en dan loslaten.
Je moet dus niet halverwege je worp de hand omdraaien. Nadat je de boule hebt
losgelaten, moet je ‘m nawijzen.’ Net zoals op een camping heeft de Boel De
Boule twaalf binnenbanen en zestien buitenbanen met veel verschillende
ondergronden; variërend van fijn zand tot grof grint en zelfs twee
schelpenpaden.
Het
interview is geëindigd. Dan wordt het toch tijd om even snel een spelletje te
spelen, want zo moeilijk kan dat toch niet zijn?! De interviewer presteert het
de eerste twee beurten niet slecht: één gelijk spel en één winstpotje. Maar bij
de derde beurt geeft de ervaring van Toet toch de doorslag; hij wint het ‘duel’
met twee van zijn ballen die het dichtst bij de but liggen. Voor meer
informatie: www.jbvdeboeldeboule.nl.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home