KAAG EN BRAASSEM – Als een kind niet voldoet aan de morele standaarden van deze
maatschappij, gaan direct allerlei alarmbellen rinkelen bij verschillende
instanties. Vaak met de beste bedoelingen, maar regelmatig worden de
ouders buiten spel gezet. Karin van Ooijen is ervaringsdeskundige en ze luidt
de noodklok.
Joep Derksen
Van Ooijen woont in Woubrugge en ze heeft twee
zoontjes van 10 en 7 jaar. ,,Toen mijn oudste met vier jaar naar school ging,
was er niets mis met hem. Maar vrij snel nadat hij op school begon, kreeg hij
problemen. Hij luisterde niet naar de leerkracht, was lastig en moest veel
huilen. Ook was hij aanrakerig en ging continue met de docent in discussie over
van alles en nog wat.’’ Na allerlei gesprekken met docenten en intern
begeleider, werd een orthopedagoog ingeroepen, om de situatie te observeren en
de leerkracht te adviseren hoe er beter met de jongen omgegaan kon worden.
In eerste
instantie dacht Van Ooijen, dat zij en haar man verantwoordelijk waren voor de
problemen bij hun zoon. Maar uit een gesprek met een maatschappelijk werkster
bleek, dat er thuis geen problemen waren. Al kwamen die er later wel, naarmate
de situatie op school verslechterde. ,,Omdat wij als ouders niet het probleem
waren, zou het aan het kind kunnen liggen. Wij lieten hem doorverwijzen naar
Curium. Maar zijn erop gericht een diagnose te stellen; anders krijgen ze geen
geld. Dat wisten we niet, anders waren we hier nooit naar toe gegaan.’’
Haar zoon
werd bestempeld met ‘PDD NOS’; ,,Dat betekent ‘Not otherwise specified’. Ze
hadden dus geen idee wat er aan de hand was, maar om het geld te krijgen, moest
mijn zoon een label krijgen. Later bleek deze diagnose overigens niet
juist.’’ De jongen ging naar speciaal
onderwijs, waar hij het erg naar zijn zin had, maar wel continue aansturing
nodig had. Tegelijkertijd kreeg Van Ooijens tweede zoon op de kleuterschool te
maken met dezelfde problemen als zijn oudere broer.
Van Ooijen
vermoedt, dat de school niet om kan gaan met hoogbegaafde kinderen. ,,De
scholen moeten aanbevelingen door deskundigen ook in de praktijk brengen en dat
gebeurt niet.’’ Ze is inmiddels expert geworden op het gebied van
hoogbegaafdheid en passend onderwijs en deelt kennis en ervaringen met andere
ouders. ,,Ik heb me er zo over verbaasd, dat je als ouder zelf alles moet
uitvinden en dat jou niets verteld wordt. De gemeente, het Jeugd en Gezinsteam:
ze willen ons wel helpen, maar hebben niet de kennis. En ga je op gesprek,
dan word je als ouders regelmatig overvallen door een hele delegatie van mensen
bij zo’n overleg. Waarbij niemand de verantwoordelijkheid wil nemen en de
hamvraag is: ‘Wie gaat de extra zorg betalen’?’’
Inmiddels
zitten haar twee kinderen thuis en probeert Van Ooijen hen zoveel mogelijk
lezen en rekenen bij te brengen en ze neemt ze regelmatig mee naar musea.
,,Alle scholen, die we benaderen, zitten opeens vol en hebben geen plek meer.
Het is vechten tegen de bierkaai. Het is zo vreselijk om te moeten bedelen en
leuren, of je kind alsjeblieft ergens terecht kan. Maar aan de andere kant:
zolang er geen school, is die goed genoeg is om passend onderwijs te kunnen
bieden; heb ik beter niets dan iets slechts voor mijn kinderen.’’
Van Ooijen
deed veel kennis (en kennissen) op bij het Platform voor ouders van
thuiszitters en geeft met een andere ouder regelmatig presentaties over passend
onderwijs. Van Ooijen pleit voor het opzetten van een ‘buddysysteem voor
ouders’: ,,Zodat deze ouders ondersteund worden, waarbij er voor gezorgd wordt,
dat de regie van die ouders over hun kinderen niet afgenomen wordt. Ouders
hebben wettelijk de eindverantwoordelijkheid voor de geestelijke en
lichamelijke zorg van hun kinderen en scholen moeten niet eenzijdig gaan
bepalen, wat goed is.’’
Er is nog
kans, dat de beide zonen van Van Ooijen alsnog geregeld onderwijs krijgen: ,,Schoolbesturen
van een samenwerkingsverband in Leiden hebben een herstelopdracht gekregen van
inspectie, ompassend onderwijs te bieden. Maar dan moet er wel een leerkracht
en/of pedagogisch medewerker met de juiste kennis en ervaring permanent bij
betrokken zijn. Mijn kinderen zijn geen proefkonijnen; ze hebben na al hun
negatieve ervaringen iemand nodig die ze
kunnen vertrouwen en waarmee ze een relatie kunnen opbouwen. Bovendien is niet
Leiden, maar het samenwerkingsverband Rijnstreek primair verantwoordelijk voor
het bieden van thuisnabij passend onderwijs voor onze kinderen.’’
Van Ooijen
wil ouders verenigen, door een commissie op te stellen om andere ouders met
thuiszitters te helpen. Voor meer informatie: power4parents@gmail.com.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home