Column
Liflafjes
Donkere financiële wolken
pakken zich samen boven de gemeenten, waarde columnlezer. Met name de kleinere
dorpen en plaatsen krijgen het de komende jaren flink te verduren. Het
overheidsgeld van de coronacrisis moet toch weer terugvloeien in de staatskas,
dus met angst en beven wachten de lokale bestuurders, welke
bezuinigingsmaatregelen de regering gaat opleggen aan de gemeenten. Onlangs
kwam al het bericht naar buiten, dat er plannen zijn om gemeenten onder de
100.000 inwoners minder overheidssubsidie te geven ten gunste van de grotere
gemeenten. Dit is natuurlijk een verkapte manier om kleinere gemeenten te
stimuleren om te fuseren.
Daarnaast verdwijnt binnen
twee jaar ook een mogelijkheid om ‘gemakkelijk’ tonnen euro’s weg te halen bij
de inwoners; de precariobelasting (op kabels en leidingen) wordt afgeschaft.
Formeel wordt deze belasting opgelegd aan de bedrijven, die deze kabels en
leidingen neerleggen en onderhouden, maar de kosten worden natuurlijk
doorgerekend aan de gebruikers. De oplossing voor deze weggevallen inkomsten
lijkt echter voor veel gemeenten vrij simpel: ‘Dan verhogen we toch de OZB?’
Daarnaast moeten gemeenten zich voorbereiden op enorme investeringen, waar het
gaat om het energieneutraal maken van gemeentelijke gebouwen. En waar windmolens
en zonnepanelenvelden komen, kunnen geen huizen worden gebouwd. Hiermee gaat
nog een aantrekkelijke inkomstenbron verloren.
Met de mogelijk miljoenen
minder aan inkomsten dreigt er een ander gevaar. Iedere rechtgeaarde
gemeenteraad wil natuurlijk ook haar ei achterlaten. En dus worden er in goede
economische tijden plannen goedgekeurd voor de bouw van het ene na het andere
IKC (integraal kindcentrum), nieuwe kunstgrasvelden, culturele ondersteuning of
de verbetering van de natuur. Dit komt in het gedrang en er moeten keuzes
gemaakt worden. Dan helpt het niet, wanneer gemeentelijke medewerkers via het
college van B&W eerst de raad nog voorstellen om alle door hun gewenste
investeringen en uitgaven goed te keuren. Want iedere cent die wordt uitgegeven
aan ambtelijke liflafjes gaat ten koste van de wensen van de gemeenteraad.
VVD, PRO en CDA in Kaag en
Braassem vonden vorige week, dat het genoeg was. Ze baalden er van, dat de raad
1,2 miljoen euro moet toekennen aan ambtelijke wensen, zonder dat wethouder
Petra van der Wereld duidelijk maakte, waar die uitgaven voor nodig zijn. En
dus trokken ze hard aan de rem. De wethouder moet eerst maar uitleggen waarom
bijvoorbeeld 230.000 euro wordt uitgegeven aan ‘leges omgevingsvergunning’,
40.000 euro aan een verkeersbordensysteem en nog eens 235.000 euro voor
‘kwaliteitsverbetering dienstverlening’.
Het is een goede zaak, dat de gemeenteraad kritisch wordt ten opzichte van de ambtelijke adviezen. Te lang al lijkt het belang van gemeenteambtenaren onderdeel te zijn van een-tweetjes tussen ambtelijke adviezen en collegevoorstellen richting de raad. Een wethouder, die amper verstand heeft van de materie omdat deze toch slechts enkele jaren haar of zijn werk doet, kun je dat niet verwijten. Deze wethouder is toch afhankelijk van de adviezen die door de ambtenaren worden gegeven. Maar daarom is het zo belangrijk, dat juist de gemeenteraad de handel en wandel van de ambtelijke organisatie op de best mogelijke manier controleert.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home