Dit is mijn Alphen!
In deze serie interviewen we inwoners hoe het is om in Alphen, Boskoop of een van de omliggende plaatsen te wonen. Dit kan iemand zijn, die hier geboren en getogen is, een vluchteling of iemand die er ooit bewust voor gekozen heeft om naar deze streek te verhuizen. Wil je ook geïnterviewd worden voor deze serie? Email de redactie: redactie.alphen@rodi.nl. Deze week ‘Genieten van bacterieën’.
Steven de Rijk (26) woont en werkt zo ongeveer op het
uiterste randje van de gemeente Alphen; tegen Woubrugge aan. Met een prachtig
uitzicht op de 500 hectare grote Vrouwengeestpolder. Nadat hij de flessen verse
melk (“’s Ochtends in de koe en ’s middags in de fles”) in zijn winkel op hun
plek zet, loopt Steven naar buiten. Hij wijst: “Wat een prachtige polder is
het, he?! Het is een uitgeveende polder en ligt dus 4,5 meter onder zeeniveau. De
andere polders in de buitengebieden rondom Alphen zijn allemaal niet
uitgeveend; dus minder diep.” Iets verderop staat het huis waar zijn wieg
stond: “Net als andere boerderijen stonden deze op verhogingen. Als kind kon ik
me hier prima vermaken; met slootje springen, rondstruinen en in de natuur
spelen. Veel inwoners van Alphen kennen deze kant van onze gemeente niet. Het
zou mooi zijn als veel mensen hier eens komen kijken hoe mooie het is. Ik kom zelf
wel eens in het dorp Alphen, maar daar zou ik niet willen wonen. Na een middag
ga ik gauw weer terug naar mijn eigen huis.”
Hij is een man met veel kwaliteiten en activiteiten. Zo
heeft Steven een trekkerrijbewijs, maar is hij ook gecertificeerd in
motorkettingzagen en rundvee inseminatie. Begonnen met een vmbo-opleiding is
hij tegenwoordig docent Melkveehouderij op een middelbare school in Houten,
maar ook eigenaar van De Rijk Zuivel. Wanneer Steven praat over rundvee lichten
zijn ogen op. Hoe was het om voor de eerste keer zijn arm in het achterwerk van
een koe te steken? “Een koe opvoelen gaat rectaal. Je hebt altijd een handschoen
aan, want iedere koe krijgt het gevoel dat zij moet poepen en gaat persen,
zodra je naar binnen gaat. Je leert te voelen hoe je via de endeldarm de
baarmoedermond kunt voelen.” En zijn de ingewanden van alle koeien gelijk? Dat
blijkt niet zo te zijn: “Elke koe is anders gebouwd. Bij de ene koe liggen de
ingewanden meer naar de achterkant en bij de andere koe liggen de ingewanden
juist heel erg diep.”
Steven geniet van het docentschap: “Het vak Melkwinning gaat
erom, hoe melk gemaakt wordt, hoe het eruit komt, wat de samenstelling van melk
is en de informatie over de te gebruiken melkinstallaties. Melk komt overal in
terug op de boerderij; het is het eindproduct. Als de melk niet goed is,
betekent dit, dat er iets in het proces naar de totstandkoming van de melk niet
goed is.”
In zijn jongere jaren maakte Steven voor vrienden en familie
iedere week 13 liter karnemelk en 15 liter yoghurst. Drie jaar geleden besloot
hij hier zijn bedrijf van te maken. “Voor het maken van yoghurt en karnemelk
heb ik nooit een opleiding gehad, maar het mezelf aangeleerd. De ene keer is de
yoghurt te dun en dan weet je wat je moet doen om volle, dikke yoghurt te
krijgen. Tegenwoordig maak ik ook andere producten van de 35 koeien op het
melkveebedrijf van mijn vader: kwark, vla en chocolademelk.”
Hij vervolgt: “Yoghurt en karnemelk zijn heel interessante
producten, omdat je werkt met melkzuurbacterieën. Om de beste yoghurt en
karnemelk te maken, moet je ervoor zorgen, dat de omstandigheden voor die
bacterieën zo goed mogelijk zijn. Dit is in feite hetzelfde als het houden van
vee; je zorgt dat de omstandigheden zo gunstig mogelijk zijn voor de beste
opbrengst. Ik geniet van het houden van bacterieën, net zoals dat ik geniet van
het houden van vee!”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home