Kees van Kooten blijft geliefd
Lisse – Kees van Kooten, de schrijver die ook bekend is van zijn jarenlange karaktertypetjes in ‘Van Kooten en De Bie’ trok op zaterdag 17 maart een volle zaal in De Kleine Engel. Op 14 maart opende Van Kooten het Boekenbal, in het kader van de Boekenweek die tot en met 24 maart zal duren, met als thema: ‘Lof der zotheid’, het geschrift dat Erasmus in 1509 opstelde. Het was de eerste keer dat Van Kooten voorlas uit zijn nieuwe boek ‘Episodes’, dat een ode is aan zijn eerste kleinzoon Roman. ‘Ik was het niet van plan, maar blijkbaar herhaalt de geschiedenis zich, want ook over mijn dochter Kim, Roman’s moeder, verhaalde ik regelmatig.’
Door Joep Derksen
Voorafgaand aan de avond is Van Kooten zeer kalm en hij neemt rustig de tijd om de journalist te woord te staan. Het thema van de boekenweek is dit jaar de humor. Op de vraag of de humor in de Nederlandse literatuur op sterven na dood is, antwoordt de schrijver van tientallen boeken: ‘Dat hangt van je persoonlijke gevoel voor humor af. Je hebt grote namen als Hermans, Campert, Grunberg en Reeve en eerlijk gezegd ken ik geen schrijver zonder humor. Als je dit aspect niet beheerst, ben je namelijk geen schrijver. Zelf vind ik de waanzin van het menselijke leven al behoorlijk humoristisch.’
Columnisten
Zijn eigen humor omschrijft hij als volgt: ‘Samen met Wim de Bie maakte ik gebruik van typetjes om een komische draai te geven aan de werkelijkheid, zodat op deze manier de mensen door het origineel konden heenkijken.’ De laatste vraag is wanneer Van Kooten zijn meesterwerk zal schrijven. Of heeft hij dit al gedaan? Hij moet even lachen en zegt bescheiden: ‘Ik heb geen fantasie, maar maak gebruik van taal en korte pastiches om commentaar te geven op de werkelijkheid. Ik schrijf over emotioneel ingrijpende fases in mijn leven, zoals over de dood van mijn moeder in ‘Annie’. Ik ben blij dat geschreven te hebben, maar ik kan zelf niet oordelen over een meesterwerk. Laat dat maar aan anderen over.’
Labyrint
De 200 mensen in de zaal zijn getuige van een bijzondere avond, waarin Kees van Kooten citeert uit werk van anderen en de toehoorders meeneemt in een labyrint van literatuur. Hij onderwijst de toehoorders: ‘Humor bestaat uit scherts, satire, ironie en de hyperbool; een vorm van overdrijving. Het wezen van de lach is de per ongeleuk humor. Dat wil zeggen: onbedoeld leuke humor, zoals versprekingen en babylonische spraakverwarringen.’ Hij vervolgt: ‘Ook de zwarte humor, waar het genie Arnon Grunberg, met zijn nihilistische bestaansopvattingen en nietsontziende eerlijkheid een meester in is, draagt bij aan de Nederlandse literatuur.’
Doordenker
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home