Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 70 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.800, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

14 september 2007

Wanneer ga je bij een groep staan en wat zeg je dan?

Cursussen ‘Met plezier naar school’ ook in streek

STREEK – Enkele jaren geleden heeft GGZ de cursus ‘Met plezier naar school’ opgezet: een initiatief om brugklassers weerbaarder te maken. De cursus is bedoeld voor kinderen die op de basisschool gepest werden of moeite met hadden om aansluiting te vinden. De intentie is hen met meer zelfvertrouwen naar de middelbare school te laten gaan en dat ze niet buiten de groep vallen.

Door Joep Derksen

Gertjan van Hinsberg, GZ-psycholoog, is al 16 jaar betrokken bij het wel en wee van onze kroost. Hij vertelt over de cursus, die al vele jongeren de kans heeft gegeven een eenvoudigere overstap te maken naar het vervolgonderwijs: “De cursus is circa negen jaren geleden hier in Gouda begonnen en dit jaar biedt de GGZ deze voor het eerst ook aan in de Duin- en Bollenstreek en in Leiden. In eerste instantie was er steeds maar een één cursus per zomer, maar elk jaar bleek er meer vraag naar te zijn. Dit jaar hebben we zes groepen gedraaid hier in Gouda. Vanwege de grote belangstelling hebben we het gebied voor de cursus dus verbreed.”

De cursus is specifiek bedoeld voor de kinderen die voor het eerst naar de middelbare school gaan en op de basisschool gepest werden of daar moeite hadden met de aansluiting. Doel is hen met meer zelfvertrouwen naar de middelbare school te laten gaan, dat ze aansluiting kunnen vinden en niet buiten de groep vallen. Het is een tweedaagse cursus, die plaats vindt net voordat ze naar de middelbare school gaan. Ook vindt er een ouderavond plaats voor en na de cursus. Uiteindelijk is er rond de herfstvakantie een korte terugkomtijd waar de ervaringen gedeeld worden.

De pestervaringen van de cursisten lopen ver uiteen, zo legt Van Hinsberg uit: “Je hoort soms een verschrikkelijke pestgeschiedenis en bij anderen is het enkel zo dat ze alleen buiten de groep vallen. Als eerste besteden we veel aandacht aan hoe je contact maakt: je moet letten op je houding, het praten en het aankijken. Je kunt een gesprekje voeren bij één iemand en leert hoe aan te sluiten bij een groep: wanneer ga je bij een groep staan, wat moet je dan doen en hoe kun je je aansluiten. Veel praktijkoefeningen maken onderdeel uit van de cursus: het is belangrijk niet alleen af te wachten, maar ook zelf actief te zijn. Je moet voor jezelf bepalen welke kinderen je leuk lijken.”

Op de tweede cursusdag worden ervaringen uitgewisseld over het pesten: wat hebben de kinderen meegemaakt, hoe zijn ze ermee omgegaan en wat deed de school. Geoefend wordt met moeilijke situaties: hoe ze om kunnen met pestsituaties, hun mening kunnen geven, omgaan met kritiek en nee kunnen zeggen. Van Hinsberg: “Er is geen eenduidige manier hoe om te gaan met pesten. We proberen duidelijk te maken dat je het pesten niet kunt stoppen. Dat zou je het liefste willen, maar de enige die dat kan is de pester. Je kunt er wel voor zorgen dat je er het minste last van hebt. Als je het verschrikkelijk aantrekt en voortdurend bezig bent met wanneer het pesten weer gaat gebeuren, of als je fel reageert om het pesten te stoppen en het getreiter gebeurt toch, dan krijg je steeds minder zelfvertrouwen. Tijdens de cursus kijken we wat de beste manier is voor ieder individu om te reageren.”

Vuilnisbak

“Als je in de vuilnisbak gegooid wordt, vindt niemand dat prettig, maar wanneer je negatieve dingen daarbij gaat denken, wordt je diep ongelukkig: dan zit je ook letterlijk in zak en as. De cursisten leren dat het niet de moeite waard is om zich slecht te voelen over zo’n situatie en dat het beter is te proberen vriendjes te gaan maken. We geven aan welke dingen je over jezelf kan denken als je gepest wordt. Maar ook hoe je het contact kunt verbreken met de pesters. Er zijn drie manieren om dat te doen: wegkruipen en in een hoekje wachten tot het weer gebeurt, knokken en agressief zijn of aanpakken en jezelf verplaatsen naar andere situaties waarin het pesten niet gebeurt.”

Wat vindt Van Hinsberg van pestende kinderen? Pesten kan niet goed gevonden worden. Je hoort weleens van de cursisten, dat hier eigenlijk de pesters zouden moeten zitten, want zij zijn diegenen die het leed veroorzaken. Maar pesters doen het de kinderen aan en hebben er zelf geen last van. Waarom doen die treiteraards dat? Vinden ze de situatie ook onveilig in de klas en proberen ze er door het pesten grip op te krijgen? Andere kids zijn gewend aan omgangsvormen waarbij veel agressie is en gaan dat zelf ook toepassen. Daardoor raken ze verzeild in hun pestpositie en realiseren ze zich niet hoeveel consequenties dat heeft.”

Hij gaat verder: “Wat er vaak gebeurt is dat mensen zeggen dat gepeste kinderen het zelf opzoeken. Dat is pure onzin, want niemand wil gepest worden. Wel is het zo dat wanneer kinderen het pesten vaak meemaken, ze de situatie proberen te verbeteren en vervolgens naar het pestgroepje gaan om te kijken of ze hetzelfde doen. Dan ontstaat een situatie dat ze het pesten weer kunnen doen.” De GZ-psycholoog heeft een tip voor de schoolgaande kinderen die op dit moment gepest worden: “Als je wegloopt bij een treiterende groep, moet je niet meer omkijken als ze je wat naroepen, want dan heb je weer contact en gaan ze door. Vaak bedenken kinderen iets heel vervelends om wat te zeggen tegen de pester en blijven dan wachten om te zien of ze die gedissed hebben of niet. Maar dat werkt niet, want de pester zegt altijd wat terug. Beter is om naar een ander groepje te lopen dat leuker is.”

De eigen identiteit van de kinderen staat voorop, zo legt Van Hinsberg uit, want kinderen moeten vooral zichzelf blijven: “We houden ons niet bezig met bijvoorbeeld het conformeren van de kleding. De kids hebben zelf ook door dat het daar niet om gaat. Onveilige situaties ontstaan juist bij cynische opmerkingen van leerkrachten of leerlingen. Als je Bjorn Borgtassen gaat dragen om bij de groep te horen, dan doe je dat uit angst om bij die groep te horen, je gaat dan niet van jezelf uit.”

Voor meer informatie: W:
www.ggzkinderenenjeugd.nl, E: preventie@ggzkinderenenjeugd.nl, T: 0182 573 933.