Onderhoudsovereenkomst tussen FC Lisse en gemeente

‘Enig juiste traject’

Joep Derksen

LISSE – Na een periode van tien jaar discussies en intensief overleg ondertekenden Rob Faas, voorzitter van FC Lisse en wethouder Jan Kippers (CDA), op de middenstip van het hoofdveld van de voetbalclub een overeenkomst over het onderhoud van het sportcomplex van FC Lisse, met uitzondering van de accommodaties. ‘We hebben een behoorlijke mijlpaal bereikt.’

Wethouder Kippers was zeer verheugd over de onderhoudsovereenkomst: ‘Na een periode van tien jaar waarin grote perceptieverschillen bestonden tussen de gemeente en de vereniging hebben we nu overeenstemming bereikt over zowel het groot onderhoud als het klein onderhoud van bijvoorbeeld de velden, het vernieuwde hekwerk, dat voldoet aan de vereisten om deel te nemen in de toekomstige KNVB-Topklasse, en de houtsingels. Juni vorig jaar was er sprake van een crisissituatie en heeft het bureau Achterberg een kwaliteitsinspectie van de velden uitgevoerd. Hiermee kwamen alle neuzen weer dezelfde kant op. Met deze overeenkomst is de verantwoordelijkheid voor het onderhoud duidelijk geregeld. Alles blijft onder de verantwoording van de gemeente, maar de dagelijkse dingen worden door de club uitgevoerd.

Kunstgras

Faas, momenteel vijf jaar voorzitter van FC Lisse, is tevreden over de overeenkomst, maar beschouwd het niet als het hoogtepunt voor de club: ‘Dat hoogtepunt komt nog, met de aanleg van het kunstgrasveld! Dit veld komt ten dienste aan alle teams van FC Lisse en zeker niet alleen voor de selectie. Overigens is de kwaliteit van de speelvelden ook sterk verbeterd; in de afgelopen weken met het slechte weer konden de wedstrijden gewoon doorgaan.’ Over de overeenkomst was de voorzitter duidelijk: ‘Dit is het enige juiste traject.’

Klant

Kippers prees de samenwerking met FC Lisse: ‘Er heeft een attitudeverandering plaatsgevonden. De focus van de gemeente was vroeger: “De club krijgt geld en daarvoor moeten ze blij en dankbaar zijn”, maar nu beschouwen we FC Lisse als klant van de gemeente. Dat wil niet zeggen dat ze altijd hun zin krijgen, maar we luisteren wel naar elkaar. In de relationele sfeer hebben we een behoorlijke mijlpaal bereikt.’