Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 80 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.900, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

04 juli 2008

“Doping vergiftigt de wielersport”

VOORHOUT – Er zijn maar weinig mensen die de Tour de France gereden hebben en het aantal Duin- en Bollenstrekers dat deze prestatie geleverd heeft is op een hand te tellen. Martin Schalkers (46) is een van hen: hij fietste in de jaren 1987 – 1991 met beroemde namen als Zoetemelk, Raas, Rooks, Teunissen, Breukink en Winnen. “Om de top te bereiken volstaat het niet om twee keer per week te trainen.”

Door Joep Derksen

De fietscarrière van Schalkers begon bij de Ren en Tourvereniging De Bollenstreek, waar hij sinds 1979 lid van is. “Je rijdt eerst voor de club en doet daarna mee aan de criteriums. Ik presteerde daar behoorlijk en werd uitgenodigd om bij een gesponsorde club te komen.” Tijdens zijn militaire dienst in 1982 – 1983 bleef hij rijden en na afloop van zijn dienstplicht stapte Schalkers over naar een andere ploeg. Hij won de Omloop van de Mijnstreek: een driedaagse fietswedstrijd waar hij de eerste plaats pakte en de complete nationale top versloeg. Dit leverde hem een plaats op in het TransVeMij team (het latere TVM) en al in zijn eerste profjaar mocht hij in de Ronde van Italië rijden. Aan deze wedstrijd heeft hij vier keer deelgenomen en evenzo vaak uitgereden.

Schalkers: “Als professional had ik een knechtenrol, maar behaalde bijvoorbeeld wel in 1987 een overwinning in de kermiskoers van Dentergem. Ook werd ik dat jaar 9de op het NK.” Het jaar erop was een periode om snel te vergeten, omdat hij met zijn gezondheid sukkelde, maar in 1989 won Schalkers de semi-klassieker “De Grote Prijs Forbo. Ook won de ploeg de tijdrit Grand Prix de Liberation.

Zwaarder

De oud-wielrenner vertelt: “In 1990 deed ik mee aan de Tour de France en dat was veel zwaarder dan de Ronde van Italië. Van begin tot eind wordt er gruwelijk hard gereden en ik was die periode niet topfit. Ook is er iedere dag de druk om een etappe te winnen. We hadden Jesper Skippy en Johan Capio om de sprints te winnen en Phil Anderson voor het klassement, maar helaas behaalde het team die ene overwinning niet. Zelf werd ik dat jaar 128ste van de 180 renners en behaalde twee keer een tiende plek in de uitslag van een dagrit.”

De Voorhouter had geen moeite met de bergetappes en de vlakke etappes, maar de tussenetappes waren voor hem het moeilijkst: “Dan had je altijd een aantal goede renners die hun dagrit wilden pakken en het tempo flink opschroefden.” Over het rijden in het peloton: “Als je met 60 km per uur rijdt, voel je de dingen, zoals valpartijen aankomen. Het is ook belangrijk om je oren open te houden, maar wat dat betreft hadden we veel last van de helikopters die met de televisiecamera’s vlak boven ons vlogen. Dan hoor je niets en weet je niet wat er voor je gebeurt.” Hij is even stil en vervolgt: “Overigens, als ik naar de Tour kijk op televisie en ik hoor die helikopters, dan krijg ik weer een flashback.”

Kans

Maken de huidige Nederlandse wielrenners een kans op een overwinning in de Tour de France? “Sebastiaan Langeveld is al een vedette in wording. Hij is geen toekomstig toerwinnaar, want hij kan aardig tijdrijden, maar bergop komt hij tekort. Thomas Dekker en Robert Geesink maken wat dat betreft meer kans om de Tour ooit te winnen.” Voor de jeugd die ’s ochtends op weg naar school net iets harder wil fietsen dan de klasgenootjes heeft Schalkers een tip: “Meld je eerst aan bij een fietsclub en ga dan wedstrijdjes rijden. Vervolgens is het een kwestie hoeveel energie je in deze sport wilt stoppen. Twee keer per week trainen volstaat niet, want je moet hier minimaal vier keer per week mee bezig zijn. Verder is het een kwestie van talent en of je het uiterste uit jezelf haalt.”

Ziek
Wat vindt Schalker van al die dopingverhalen? “Je wordt wel ziek van al die berichten. Nu slaat men een beetje door, vind ik. Sporters zijn altijd op zoek naar dingen waar je beter van wordt, bijvoorbeeld op het gebied van voeding, verzorging en trainingsmethodes. Zelf heb ik me altijd afzijdig gehouden van doping: onderzoeken tonen ook aan dat het niet werkt, al is EPO hier een uitzondering op. We noemden Bjarne Riis altijd Mister 60%, omdat hij stijf stond van de doping. Maar wat dacht je van Jesper Skippy? Hij is een van de mensen die de topsport heeft besmeurd. Ik keek tegen hem op en heb me het schompes voor hem gereden. Nadat hij gestopt is met het fietsen schrijft hij een boek waarin hij toegeeft doping te hebben gebruikt. En met dat boek verdient hij ook nog geld. Daar had ik wel verdriet van. Doping vergiftigt de wielersport; letterlijk en figuurlijk.”