Geestwaterpresentatie leidt tot vragen

LISSE – De presentatie van de stedenbouwkundige uitgangspunten over het nieuwbouwproject Geestwater leidde tot veel vragen van de aanwezigen. En niet alles werd naar tevredenheid beantwoord. Hiervoor zou voldoende gelegenheid zijn tijdens het discussiegedeelte, zo werd verzekerd.

Of dit ook zo was, zal wel nooit in de openbaarheid komen, aangezien het de pers verboden werd om hier bij aanwezig te zijn. Hans Al, directeur van Trias, deed het in een korte speech voorkomen dat hierover afspraken waren gemaakt met de pers, terwijl het in feite neerkwam op een eenzijdig opgelegd aanwezigheidsverbod richting de journalistiek.

Robert Kromhof van Jorissen Simonetti Architecten gaf in zijn korte presentatie wat basisinformatie over het nieuwbouwproject Geestwater: ‘De wijk Geestwater wordt met vier verschillende bouwstijlen ingericht. De circa 330 nog te bouwen woningen komen gelegen in vier sectoren, getiteld: “Wonen aan het water”, “Wonen aan de kade”, “Wonen in het groen” en “Wonen in het hart”. De toekomstige bewoners moeten met veel plezier hier komen wonen en de huidige waterstructuur wordt opgenomen in het plan.’

Kromhof verduidelijkt: ‘In het gebied wonen aan het water grenzen alle huizen met hun achtertuin aan het water. Er wordt geparkeerd in parkeerkoffertjes (een strook parkeerplekken tussen twee huizen in). Vlonders zijn toegestaan, maar er moet niet een kakofonie komen aan Gammaspullen. Het water wordt minimaal zes meter diep, maar we willen het niet in een rondje aanleggen voor de boten.’

Een toehoorster wilde weten: ‘Bij wonen aan de kade denk ik aan schepen.’ Kromhof: ‘Het is meer de sfeer van de kades, maar het zal niet zo zijn als in Amsterdam’. Over het wonen in het groen: ‘Dit worden heel ruimtelijke jaren ’30 woningen. De woningen in het gedeelte ‘Wonen in het hart’ zijn de meest smalle woningen en hier komt hoogbouw tot zeven bouwlagen. Huur en koop worden door elkaar gebouwd. We streven naar eenheid in verscheidenheid: eenheid in materialisering van openbare ruimtes en gevels en verscheidenheid in architectuurstijlen.’

Vragen werden gesteld: ‘Wordt het mogelijk om voor je huis te parkeren?: ‘Dat kan beperkt, mits er geen andere auto staat.’ ‘Levert gemengde huur- en koophuizen geen sociale problemen op?’ ‘Dat is de vraag’. ‘We hebben geen afbeelding gezien van de gebouwen die zeven lagen hoog worden. ‘Dat klopt, daar is geen afbeelding van, maar net als een kerktoren moet die 7-hoog fungeren als hoogtepunt van het gebied.’ De laatste vraag van het openbare deel was:‘Wat is de parkeerbalans?’ ‘Dat is volgens de regels; daar voldoen we aan. Ik wou dat de regels zo simpel waren. Het verschilt van gebied tot gebied.’ Na lang aandringen: ‘We gaan voor een parkeerbalans van 1,7 auto’s per huis.’

Reacties kwamen van de heer Maasbergen: ‘Ik kan er nog weinig van zeggen en wil eerst zien wat het wordt’ en mevrouw Khachaturian: ‘Het mengen van koop- en huurwoningen is een goede zaak’.