Aantal gemeentelijke monumenten verdriedubbeld

TEYLINGEN – Het aantal gemeentelijke monumenten groeit van 39 naar maar liefst 120. Dit blijkt uit de vorige week vrijgegeven Definitieve conceptlijst van inventarisatie waardevolle objecten in de gemeente Teylingen. Op deze zogeheten monumentenlijst staat een brede variatie aan gebouwen: oude bollenschuren, villa’s en kleinere pandjes. In februari organiseert de gemeente een informatieavond voor de bewoners, gebruikers en eigenaren van de objecten. Het Cultuur Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek (CHG) en de Historische Kring Voorhout (HKV) hebben inspraak gehad voorafgaand aan het opstellen van de lijst en worden binnenkort geïnformeerd over de resultaten.

Door Joep Derksen

Op verzoek van de gemeente Teylingen heeft de Stichting Dorp, Stad en Land een inventarisatie uitgevoerd van alle waardevolle gebouwen in panden in Teylingen. Op basis van bepaalde eigenschappen kregen deze objecten een bepaald aantal punten toegewezen. Ieder pand met 17 punten of meer kwam op de conceptmonumentenlijst te staan. De monumentencommissie oordeelde in een eerder stadium dat zij de ondergrens van 17 punten te hoog vonden. Met een lagere puntenwaarde, zouden namelijk meer panden in aanmerking komen om gemeentelijk monument te worden. Nu vindt de monumentencommissie dat “een aantal panden van cultuurhistorisch belang geen bescherming vanuit de monumentenwet dreigen te krijgen”, aldus een gemeentelijk schrijven bij de conceptlijst.

De CHG heeft vorig jaar 18 bollenschuren aangedragen als monumentwaardig. Veertien van deze bollenschuren hebben voldoende punten gekregen om op de lijst te komen. Om verschillende redenen staat een aantal panden nog niet op de conceptmonumentenlijst: in Warmond: Huize Liduina aan de Herenweg 50 (in verband met een toekomstige verbouwing), de muziektent aan De Baan (mogelijke verplaatsing naar een andere locatie) en het paviljoen havenmeester aan de Gemeentehaven (toekomstige verbouwing). Maar ook de voormalige watertoren aan de Wasbeekerlaan in Sassenheim staat op de wachtlijst: deze wordt ingrijpend verbouwd.

Beschermd

De gemeente overweegt tevens om alle militaire objecten uit de Tweede Wereldoorlog als monument aan te wijzen. Eerst wil het bestuur echter onderzoeken hoeveel van die objecten zich in de gemeente bevinden. Ook de nieuw gebouwde boerderij Hooghkamer aan de Jacoba van Beierenweg 48-50 in Voorhout moet beschermd worden, zo vindt wethouder Gerrit van der Meer. “Hetzij als rijksmonument en anders als gemeentelijk monument.” Het college stelt voor om de jaarlijkse subsidie voor het door de eigenaren laten onderhouden van de gemeentelijke monumenten te verhogen van 20.000 euro naar 50.000 euro.

Geen enkele eigenaar van de bezochte woningen bleek nog op de hoogte van de plannen. De heer Ant van der Vlugt, woonachtig aan de Jacoba van Beierenweg 93 te Voorhout, is niet per definitie tegen de monumentenstatus van het pand. “Als het maar geen monument wordt en je er niets aan mag veranderen. Dit gebouw stamt uit 1928, maar het pand van Colijn is pas echt oud.” De heer en mevrouw Warmerdam wonen een eindje verderop, op nummer 144. Op het nieuws dat hun woning mogelijk een gemeentelijk monument wordt, zijn ze verrast: “Het lijkt ons wel leuk, als we er maar niet te veel soesa aan hebben. Wel willen we weten wat het allemaal inhoudt, dus we zullen de informatieavond zeker bezoeken.”

In Sassenheim woont mevrouw Rodenburg in een van de woningen van het huizenblok 5 – 15 aan de Julianastraat. Terwijl naast haar nieuwe buren hun intrek doen, laat ze weten over het nieuws: “Het is leuk dat dit een gemeentelijk monument wordt. Je komt dan in alle boekjes en ansichtkaarten terecht. Bovendien kan dan niemand meer besluiten om het pand lichtblauw te verven.”

Henk Vink, voorzitter van de Historische Kring Voorhout, wil nog niet reageren op de vraag of de HKV tevreden is met de huidige voorlopige monumentenlijst. Hij laat desgevraagd weten: “Ik heb hier nog geen reactie op.Twee van onze mensen zitten in de commissie. We bepalen volgende week ons standpunt, nadat we er in het bestuur over vergaderd hebben.”