Cuypersgenootschap haalt gelijk

‘We eisen excuses’

LISSE – Het Cuypersgenootschap is geen klaagclub, maar is gerechtigd om bezwaarschriften in te dienen. Dit oordeel velde de Rechtbank in Den Haag onlangs. Het college van burgemeester en wethouders wordt door deze uitspraak op de vingers getikt, want de toenmalige wethouder Guus Mesman (PvdA) daagde het Cuypersgenootschap uit om bezwaar de rechtsgang te maken om haar gelijk te krijgen.

Het Cuypersgenootschap maakte bezwaar tegen de sloop van de toen nog bestaande villa Wildlust (Heereweg 14) en Heereweg 251 – 253 (de oude openbare school). Wethouder Guus Mesman (PvdA) keek dinsdag 18 november 2008 nog met genoegen uit naar een mogelijke rechtsgang van het Cuypergenootschap: ‘Juridisch Nederland en de andere gemeenten in dit land zullen blij zijn met ons besluit. Dit soort genootschappen maken heel algemene bezwaren en frustreren hiermee gemeentelijke processen. De vraag is of een dergelijke instantie die een verzoek indient ook daadwerkelijk als belanghebbende kan worden aangemerkt. Er moet sprake zijn van een doelstelling om een rechtstreeks betrokken belang aan te kunnen nemen. De statuten van het Cuypersgenootschap zijn veel te ruim geformuleerd. Het feit dat je alleen te pas en te onpas procedures aanspant mag niet gezien worden als feitelijke werkzaamheden.’

De rechtbank oordeelde in ieder geval dat het Cuypersgenootschap wel gerechtigd is om bezwaren te maken. De rechtbank heeft de beslissing van Lisse vernietigd en het Cuypersgenootschap in het gelijk gesteld. De gemeente dient binnen zes weken
een nieuw besluit te nemen en het griffierecht terug te betalen aan het genootschap.

Leo Dobbelaar, secretaris van het Cuypersgenootschap, reageert: ‘Door de perspublicaties over de opmerkingen van Mesman dat wij een klaagclub zijn, is ons genootschap destijds in een kwaad daglicht gesteld en heeft het schade gebracht aan onze reputatie. We verzoeken dan ook dringend dat de gemeente Lisse en in het bijzonder oud-wethouder Mesman ons genootschap excuses aan zal bieden waarbij de door de gemeente gedane uitspraken in de pers worden teruggenomen. Met name de associatie dat ons genootschap vergeleken wordt met "klaagclubs" dient te worden gecorrigeerd. Met gemeenten zoals Katwijk, Wassenaar en Voorschoten hebben we een goede relatie opgebouwd. Daarnaast zijn we ook actief binnen de overige gemeenten in de duin- en bollenstreek.’

Hij vervolgt: ‘Het bestuur van het Cuypersgenootschap zal contact opnemen met het gemeentebestuur voor nader overleg tot herstel van de verstoorde verhoudingen en de toekomst van de oude openbare school, Heereweg 251-253 dat door de Monumentencommissie wordt bestempeld als gemeentelijk monument. Deze uitspraak bevat jurisprudentie die van belang kunnen zijn in soortgelijke beroepszaken van erfgoedorganisaties omdat een aantal gemeenten de erfgoedorganisaties buiten spel willen zetten, verwijzend naar jurisprudentie van de Raad van State.’

Wethouder Adri de Roon (D66) reageerde dinsdag 29 juni: ‘Aan een overleg met het Cuypersgenootschap over de thans ontstane situatie hebben wij geen behoefte. De gemeente gaat nu eerst een nieuw besluit nemen op hun bezwaar. De gemeente Lisse biedt hen geen excuses aan voor perspublicaties, noch voor door oud-wethouder Mesman gedane uitspraken. Deze uitspraken worden ook niet teruggenomen. Overigens zou ik als huidig portefeuillehouder Monumentenbeleid de bewoordingen van de heer Mesman niet hebben gebezigd.’

De gerechtelijke uitspraak heeft als gevolg dat het college de bezwaren van het Cuypersgenootschap tegen het niet aanwijzen van het schooltje als gemeentelijk monument alsnog dient te overwegen. Vervolgens bepaalt het college of de bezwaren terecht zijn of juist onterecht. Deze mening van het college dient vervolgens goed onderbouwd te worden.