Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 80 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.900, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

31 december 2010

“Er is een leven voor en na 12 mei”

Nabestaanden Sassenheimse slachtoffers kijken terug op Tripoli-ramp

SASSENHEIM – Wat een verschil kan een jaar maken. 2010 begon nog zo goed voor twee families, maar de vliegtuigramp van woensdag 12 mei in Tripoli veranderde hun leven in één klap. Onder de 103 slachtoffers bevonden zich de Sassenheimse echtparen Bert en Lydia Kamp en Judith en Klaas Helmus. Nu het einde van het jaar nadert, hebben hun kinderen toegezegd een interview te geven. Niet om iets af te sluiten, maar “om één keer ons verhaal te vertellen”.

Op woensdag 12 mei crashte een vliegtuig van Afriqiyah Airways nabij het vliegveld van Tripoli in Libië. Op één jonge passagier na, overleefde niemand dit ongeluk. Families in heel Nederland werden in de dagen en weken daarna geconfronteerd met een periode van enorme onzekerheid, verdriet en heftige emoties. Dat overkwam ook Iris Kamp, Mirjam Kamp, Simone Helmus en Stefan Helmus, wiens ouders in het vliegtuig zaten. De dag voordat hun ouders met het vliegtuig op vakantie gingen, ontmoetten ze hun kinderen. Iris: “We hebben nog in de tuin gelunched en mijn ouders maakten een foto van mijn dochter die toen acht weken oud was.” Stefan: “Ik heb samen met mijn ouders, zus en zwager nog naar het bloemencorso in Voorhout gekeken, voordat ze vertrokken.”

Het nieuws over het vliegtuigongeluk bereikte de kinderen op woensdagochtend 12 mei. “Ik gaf om 09:00 uur mijn dochter het flesje en zag op televisie dat er een vliegtuigcrash was. Meestal sms’t mijn vader direct als ze na een vlucht geland zijn, maar in dit geval was dat niet zo. Ik dacht gelijk: ’t is fout. Er was namelijk iedere dag maar één vlucht die van Johannesburg naar Tripoli ging”, laat Iris weten. Mirjam vult aan: “We hadden elkaar net gesproken, maar tien minuten later belde Iris weer terug. Dat was een heel ander gesprek.”

Paniek

Stefan hoorde de onheilstijding op zijn werk: “Mijn zus belde me huilend op en vertelde dat het vliegtuig waar pa en ma in zaten was neergestort. Ik zat in paniek en een collega heeft me naar huis gebracht. Daarna volgde een lange dag: je zit te wachten tot je nieuws krijgt.” Simone laat weten: “Je wilt alleen maar die zekerheid hebben dat ze in het vliegtuig zaten. Het heeft 3½ week geduurd voordat onze ouders geïdentificeerd waren en we die zekerheid hadden. Natuurlijk weet je van binnen wel dat je ouders in het vliegtuig zaten, maar er is een verschil tussen tastbaarheid en begrip.” Mirjam: “Bij de identificatie krijg je alle details te horen. Je wilt het aan de ene kant niet weten, maar aan de andere kant toch wel.”

De dag na de vliegramp was er voor alle nabestaanden een samenzijn georganiseerd in het Claus Event Center in Hoofddorp. De aanwezigen daar stelden veel vragen, maar kregen geen antwoorden. Het verdriet en ongeloof overheerste. Iris: “Die dag is als het ware aan mij voorbij gegaan. We kregen per familie twee familierechercheurs toegewezen. Ieder nieuws wat ze hadden, kwamen ze persoonlijk melden.” Mirjam: “Ik heb daar veel steun aan gehad. We konden hen altijd bellen en ze hebben me geholpen met een beslissing die ik op dat moment moest nemen.”

Ring

Een van de momenten vol heftige emoties was het ogenblik dat de kinderen een sieraad van hun ouders ontvingen: een armbandje, ring of horloge. Tot maanden na het ongeluk hebben de kinderen de tijd als in een waas beleefd. Simone: “Ik heb het jaar gemist. Er is onwijs veel gebeurd, maar ik zou niet meer weten wat.” Iris: “De eerste acht weken na de geboorte van mijn dochter waren superleuk en onbekommerd, maar dat was opeens weg. We hadden zo’n goede band met onze ouders en zagen elkaar dagelijks. Nu is er alleen maar een groot gat; ik mis ze in alles.” Simone knikt begrijpend: “Ik had een dochter van twaalf weken oud toen het vliegtuig neerstortte. Ik heb een leven van voor 12 mei en een leven daarna.”

Ze vervolgt: “De uitvaart, het huis leeg halen en vooral de papieren rompslomp, we moesten in die maanden ontzetten veel dingen regelen; het hield niet op. Gelukkig realiseren de mensen zich niet wat er na zoiets afspeelt. Je moet alle lichamelijke kenmerken van je ouders opnoemen, DNA afgeven en tandartsgegevens doorspelen. Je bent een begrafenis aan het regelen, terwijl je nog geen 100% zekerheid hebt dat je ouders overleden zijn.”

Vrede

Hoe heeft de ramp hun leven beïnvloedt? Stefan: “Van de eerste vier weken weet ik bijna niets meer. Ik ben daarna weer gaan werken, ook om als afleiding te gebruiken.” Iris: “Mijn ouders genoten zo van en stonden midden in het leven en dan is het ineens voorbij.” Simone: “Het was een ongeluk, maar het gebeurt zo weinig dat een vliegtuig neerstort; hoe groot is de kans dat het jouw ouders overkomt? Het kan dus wel degelijk gebeuren. Ik geniet nu nog meer van mijn kinderen en leef met de dag. Ik maak me niet meer druk over onbenullige dingen.” Mirjam: “Ik had vroeger wel eens angst voor bepaalde zaken, maar dat is nu versterkt. Degenen die mij gerust konden stellen, zijn er niet meer.”

Nog altijd is de nasleep van het ongeluk niet afgerond. Begin 2011 ontvangen de nabestaanden een catalogus met foto’s en omschrijvingen van de spullen die op de rampplek zijn gevonden. De vier hopen met name dat ze een SD-card van een fotocamera mogen ontvangen: “Het zou geweldig zijn om nog wat fotomateriaal te kunnen zien.”

Link

Hoe kijken de vier naar de jaarwisseling en het nieuwe jaar 2011 dat er aan zit te komen? Simone: “Ik dacht eerst dat ik dit jaar zo snel mogelijk achter me wilde laten, maar nu we dichter bij het einde van het jaar komen, vraag ik me af of ik het wel wil afsluiten.” Iris: “De jaarwisseling wordt voor mij heel moeilijk, want het jaar waarin mijn ouders nog geleefd hebben, is dan weg. Dit jaar 2010 is een link met mijn ouders.”

Ze kijkt vooruit: “Ik heb veel van mijn ouders meegekregen waar ik steun uit haal, zoals mijn doorzettingsvermogen. Ik ben dankbaar dat mijn ouders in ieder geval samen zijn.” Simone: “Dat is het enige waar ik troost in kan vinden; dat ze geen lang ziektebed hebben gehad.” Stefan besluit: “Als er al iets goeds hieruit is voortgekomen, dan is het dat we als familie een nóg hechtere band hebben, dan er al was.”