‘Laat voor mijn part je ramen wassen!’

LISSE – Voorzitter Ton Tibboel van het Ondernemersfonds Lisse (OFL) heeft het helemaal gehad met de kritiek van twee ondernemers uit het zogeheten ‘Buitengebied’. Hij spreekt over ‘pesterigheid’ en ‘balorigheid’, maar staat voor de volle 100% achter het beleid van het OFL.

Onlangs heeft het OFL een rapport uitgebracht over het eigen functioneren. Tibboel vindt desgevraagd dat de uitkomsten van dit rapport niet vallen onder de categorie ‘Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend’, maar stelt: ‘Dat evaluatierapport is gebaseerd op cijfers en feiten. Er wordt goed gekeken naar de trekkingsrechten en ik durf te stellen dat 99% perfect verloopt.’

Toch zijn er enkele bedrijven in het buitengebied, die klagen dat zij jaarlijks honderden euro’s toeslag op de OZB moeten betalen, maar met dit geld niets kunnen doen. Het OFL verstrekt in verband met de privacy namelijk niet de gegevens van de andere instellingen met wie een gezamenlijk project in het buitengebied opgezet kan worden. Tibboel vindt niet dat dit argument stand houdt. ‘Neem bijvoorbeeld in het buitengebied (Vleeswarenfabriek, JD) Persoon, die zouden de bedrijven in hun buurt, zoals de Bolster, kunnen benaderen om gezamenlijk iets te ondernemen zodat hun geld goed besteed wordt. Of bestem het anders voor een maatschappelijk doel.

Hij raakt lichtelijk geïrriteerd, want deze discussie speelt al vijf jaar. ‘Er is een kleine hetze gaande, die me mateloos irriteert. Twee bedrijven zijn het niet eens met de 10% opslag op de OZB die ze moeten betalen en houden zich nu bezig met pesterigheid en balorigheid. We hebben met iedereen gesproken over de zaken, wat ze met het geld kunnen doen. speciaal voor deze bedrijven hebben we een regeling getroffen, dat bedrijven die minimaal 10% van de trekkingsrechten bijdragen, hier over kunnen beschikken, door samen met minimaal één ander bedrijf een activiteit op te zetten. Dat kan dus ook een ondernemer zijn, die maar 3,63 euro per jaar betaalt. Voor mijn part laat je de ramen wassen! Het sop is de kool niet waard en toch erger ik me hieraan.’

In hun officiële reactie stellen de directies van Vleeswarenfabriek Persoon en De Klerk Groep B.V. (Leidsevaart): 'Voor het merendeel zal het OFL waarschijnlijk prima functioneren, maar 99 % tevredenheid is ondenkbaar aangezien er nog steeds ondernemers zijn, die geen idee hebben van het bestaan van het OFL. Daarnaast zal er waarschijnlijk altijd een groep blijven waarvoor het fonds primair niet bedoeld is, of waar het niet de gewenste uitwerking voor heeft. Helaas zitten wij in deze categorie die de heer Tibboel als "1%" omschrijft.'

Beide bedrijven willen het OFL dan ook niet onderuit halen, zo verklaren de directies, maar willen 'alleen de dialoog aangaan om tot een passende oplossing voor de “probleemgevallen” te komen. Tot op heden wordt hier door het bestuur echter weinig gehoor aan gegeven en probeert men ons standpunt blijkbaar weg te wuiven als pesterij en balorigheid. In het verleden is er wel overleg geweest met het OFL, maar dit heeft helaas niet tot een passende oplossing geleid. De suggestie van de heer Tibboel contact op te nemen met de Bolster begrijpt de directie van de Vleeswarenfabriek niet omdat de De Bolster in een ander Cluster is ingedeeld.'

De verklaring vervolgt: 'Persoon en De Klerk hebben voornamelijk bezwaar tegen de wijze waarop er mee omgegaan wordt. Beide bedrijven vinden het principieel niet correct om eerst 10% opslag te moeten betalen die vervolgens opgemaakt moet worden ter wille van het opmaken omdat het anders ‘in beslag’ genomen wordt. Als men de positieve resultaten van het OFL maar hard genoeg roept, raken de negatieve kanten vanzelf ondergesneeuwd, lijkt het bestuur nu te denken aldus beide bedrijven.'