Politieke pracht

Jacques Elvader: Geen zin in een vechtraad

JOEP DERKSEN

NOORDWIJK – In deze serie praten de 21 gemeenteraadsleden over de essentie van politiek. Wat hebben ze bereikt en waar willen ze dat Noordwijk naar toe gaat? Welke onderwerpen hebben de politici het meest geraakt en wat zijn hun persoonlijke ambities? Deze week: Jacques Elvader (Puur Noordwijk): ‘Er moeten veel meer ideeën en oplossingen komen om het dagtoerisme naar Noordwijk te halen.’

Elvader (70) viert volgend jaar het feit dat hij al twintig jaar actief is als gemeenteraads- en commissielid. En als het aan hem ligt, gaat hij rustig nog vier jaar verder met het politieke werk. Maar haantje de voorste hoeft hij zeker niet te zijn: ‘Ik vind het fijn werk, maar er moet ook nieuw talent komen. Dan wil ik best naar achteren stappen. Zet mij maar op de zevende plek en als ik in de raad kom, dan wil ik me met het vertrouwen van de kiezers nog een volgende raadsperiode voor het dorp inzetten.’

Hij kijkt met tevredenheid terug op de afgelopen drie jaar. Door de grote meerderheid die de coalitiepartijen in de raad hebben, konden veel besluiten worden genomen. Ook staat Noordwijk er in financieel opzicht goed voor. ‘Vergeleken met andere collegeperiodes vind ik dit de beste vier jaar. We realiseren de sporthallen, het zwembad en de renovatie van de voetbalvelden. Ook zijn de bestemmingsplannen opnieuw vastgesteld, want de grote hoeveelheid aan verschillende bestemmingsplannen was een puinhoop.’

Toch blikt Elvader met lichte ongerustheid vooruit naar de volgende raadsperiode. Hij wil namelijk niet meer een ‘vechtraad’ hebben, zoals in het verleden wel eens is geweest, waarbij veel kleine partijen allemaal en in iedere vergadering hun plasje wilden doen. ‘Het is nu al duidelijk dat er negen partijen mee gaan doen aan de gemeenteraadsverkiezingen. En als iedereen straks twee of drie zetels heeft, moet je met vijf partijen een coalitie vormen. Dan komt er vier jaar niets voor elkaar, want iedereen wil spreekrecht en iedereen vindt ergens wel wat van. Alleen met een ruime meerderheid kun je de zaken ook daadwerkelijk beslissen.’

Na twintig jaar raadslidmaatschap is er nog genoeg te doen, zo vindt ook Elvader. ‘Natuurlijk heeft de economische crisis ons ook geraakt, maar we moeten een oplossing vinden om de creatieve ondernemers hun ideeën ook te laten realiseren. Je moet hierbij een belangenafweging maken tussen het private, maatschappelijke en economische belang.’ In de toekomst moeten daarom bouwplannen alleen aan de raad worden voorgelegd, nadat er bemiddeling heeft plaatsgevonden tussen de ondernemers, omwonenden en gemeente, zo vindt het raadslid. ‘Het heeft geen zin om allemaal met de hakken in het zand te staan. Dan kom je niet vooruit.’

Elvader heeft zin in de komende vier jaar: ‘Ik wil me dan naast de financiën gaan inzetten voor de economie en om het toerisme terug te krijgen. Dat is lastig, want voor een paar honderd euro vlieg je naar het zonnige zuiden van Europa. Maar dat is niet de enige reden waarom hier in Noordwijk het toerisme achterblijft bij de verwachtingen. We geven veel geld uit aan Noordwijk Marketing, maar er moeten veel meer ideeën en oplossingen komen om het dagtoerisme naar Noordwijk te halen. Een van de wethouders (Leendert de Lange, JD) heeft dat niet goed opgepakt. De volgende raadsperiode moeten we ervoor zorgen dat veel meer dagtoeristen naar Noordwijk komen; dat geeft werkgelegenheid en reuring.’

En als het aan Elvader ligt, dan wil hij het als politicus ook nog meemaken dat hij ‘zijn’ zesde burgemeester ingezworen ziet. ‘We willen een kroonbenoemde burgemeester. We moeten hierover een gesprek met de minister hebben, want de Commissaris van de Koningin (Jan Franssen, JD) komt zijn eigen beloftes niet na.’ Dan kan Noordwijk de komende jaren als zelfstandige gemeente samenwerken met de omliggende dorpen. ‘Ook moeten de verpauperde panden aan het onder meer het Vuurtorenplein en naast het Gat van Palace (Esplanade, JD) worden aangepakt.’ Elvader besluit: ‘Ik hoop dat we als Noordwijkers, inwoners en ondernemers, in goede harmonie naast elkaar en met elkaar kunnen leven in een fantastisch en toeristisch dorp.’