KAAG EN BRAASSEM – Vorige week schreef lezer Wim van den
Berg een brief naar het Witte Weekblad. Hij verwonderde zich om de lage
entreeprijzen op de kermis in Boekel van 50 tot 80 cent per attractie, terwijl
op de kermissen in Roelofarendsveen en Leimuiden een veelvoud moet worden
betaald. Hij weet de hoge entreekosten aan de heffingen die de gemeente oplegt
aan de standhouders van de kermis.
Desgevraagd laat een gemeentelijk woordvoerder weten
dat de kermis in Leimuiden
en Roelofarendsveen allebei 603,90 euro aan precario verschuldigd zijn, omdat
ze meer dan 1.500 m2 aan ruimte in beslag nemen. Daarnaast wordt 300 euro in
rekening gebracht voor het innemen van een standplaats, danwel het hebben van
kramen, podia, wagens, installaties ten behoeve van braderieën. Dit bedrag is per braderie
danwel kermis en
dus niet per standplaats. Deze bedragen gelden dus ook voor de
braderie in Leimuiden (onderdeel van Feestweek Leimuiden) en de braderie in
Oude Wetering (onderdeel van Feestweek Oude Wetering). De inkomsten van het heffen van deze precario, komen bij de algemene
middelen terecht. Dus kunnen voor van alles ingezet worden, zoals onder meer
gladheidsbestrijding.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home