Discriminatie van hiv lijder

NOORDWIJKERHOUT – Het bedrijf DMN Machinefabriek is op de vingers getikt door het College voor de Rechten van de Mens. Op 24 juli 2013 werd een uitzendkracht ontslagen, daags nadat deze medewerker had verteld dat hij seropositief was.

De man begon op 15 juli met zijn werkzaamheden als slijper / polijster en hij vertelde zijn collega’s over zijn hiv-besmetting. Dat viel niet in goede aarde, want de dag erna kon de man ophoepelen. Als reden hiervoor, gaf een vertegenwoordiger van het bedrijf aan bij het College voor de Rechten van de Mens, dat er ‘besmettingsrisico’s’ zijn. Die risico’s liggen in de aard van de werkzaamheden; rondvliegende metaaldeeltjes kunnen snijwondjes veroorzaken.

Maar deze beweegreden is niet voldoende onderbouwd geweest. Het bedrijf had eerst deskundigen moeten inschakelen om te kijken of er inderdaad een besmettingsrisico is voor de overige medewerkers en welke maatregelen genomen kunnen worden, om zo’n besmetting te voorkomen. Als uit dat onderzoek was gebleken, dat de overige medewerkers niet voldoende beschermd kunnen worden, dan had DMN wél de man kunnen ontslaan. Maar omdat zo’n onderzoek nooit heeft plaatsgevonden, oordeelt het College voor de Rechten van de Mens dat het bedrijf onderscheid heeft gemaakt op grond van handicap of chronische ziekte. En dat is verboden.