De mens achter de
lijsttrekker
JOEP DERKSEN
KAAG EN BRAASSEM – De
gemeenteraadsverkiezingen van woensdag 19 maart staan al weer voor de deur.
Ooit stemden we in het verzuilde Nederland op een partij, maar met name de laatste
tien jaren is de persoon van de lijsttrekker steeds belangrijker geworden. ‘Wie
is het waard om mijn stem te krijgen?’, zo vraagt menig kiezer zich af. Daarom
presenteert het Witte Weekblad u deze nieuwe serie: Wie is toch de mens achter
de lijsttrekker? Deze week spreekt Yvonne Peters-Adrian (VVD) over haar jeugd,
onzekerheden en denkwijzen.
Peters (47) komt uit een VVD- en ondernemersnest. Hoewel
haar moeder furore maakte in de lokale politiek, werd er aan de dinertafel
nauwelijks over dit onderwerp gesproken. ‘De volwassenen waren het al heel snel
met elkaar eens over politieke zaken’, herinnert Peters zich. Hoe was ze als
jong meisje? ‘Ik was braaf en een beetje verlegen. Ik vond mezelf niet heel
bijzonder en ging gewoon op in de massa. Ik hield niet van uitgaan, want ik was astmatisch en
kon slecht tegen sigarettenrook.’
Ze ging economie studeren aan de VU in Amsterdam en kwam
tijdens haar studie voor het eerst in aanraking met de politiek. En ging zelfs
demonstreren, al weet ze niet meer voor welke zaak ze dit deed. ‘We vormden
buiten een keten en de politie kwam om ons uit elkaar te halen. Voor mij was
dat het moment dat ik besefte, dat de democratie een groot goed was. Daarom ben
ik ook de politiek in gegaan. Je kunt van alles vinden, maar de plaats waar je
echt wat kunt veranderen is in de politiek.’
Hoewel haar moeder van de VVD was, bleek het voor Peters nog
geen uitgemaakte zaak dat ze voor dezelfde partij actief zou worden. Ook zij
had haar vooroordelen over het type mensen dat indertijd met de VVD
geassocieerd werd. Maar dat veranderde snel toen Peters werd voorgesteld aan
(huidig wethouder, JD) Ton van Velzen. Ze lacht: ‘Hij had een oorbel en een
baard en was totaal niet bekakt.’
Peters combineert de zorg voor haar vier kinderen met vrijwilligerswerk
en de politiek. ‘Als je kinderen hebt, verander je. Mijn man en ik wilden niet
dat de kinderen vijf dagen per week in de creche zitten. Dus ging ik minder en
uiteindelijk niet meer werken.’Ze neemt een slok uit een grote beker met het
logo ‘Coca-Cola’ erop. ‘Ik ben een ontzettende Coca-Cola drinker. Pepsi vind ik
niet lekker.’ Tussen al haar activiteiten door geniet Peters van lange
wandelingen met haar hond in de natuur.
Met geloof heeft ze niets. ‘Ik vind het ook wel een
beetje een poppenkast. In veel landen hebben mensen niets en dan staat er tussen
hen in een met goud behangen kerk. Bovendien is geloof een beetje
symboolpolitiek met die kruisjes boven de deur.’ Na haar uiteindelijke
heengaan verwacht Peters dan ook niet
dat ze moet aankloppen bij Petrus aan de hemelpoort. ‘Na mijn dood mogen ze me
verbranden.Ik ben een beetje claustrofobisch en moet er niet aan denken om in
een kist te liggen.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home