‘Lintjes worden te gemakkelijk weg gegeven’

 

JOEP DERKSEN

LISSE – Drie oud-fractievoorzitters en gemeenteraadsleden ontvingen vorige maand een koninklijke onderscheiding. Zij mogen zichzelf voortaan Lid in de Orde van Oranje Nassau noemen. In een drieluik praten Willem Loos (VVD), Marius Nieuwenhuis (SGP/ChristenUnie) en Cees Verburg (D66) over wat dit eerbetoon voor hun betekent.

‘Ik vind het lintje ontzettend leuk, dat de koning het waardevol genoeg vindt om dit uit te keren’, zo laat Nieuwenhuis weten. ‘Maar het automatisme vind ik eigenlijk geen goed uitgangspunt. Vroeger kreeg  iemand die veertig jaar bij een baas werkte een lintje. Dan lever je een echte prestatie. Het raadslidmaatschap is betaald werk; dan zou een lintje na dertig jaar logischer zijn. Bovendien, als Gerard Joling een lintje krijgt omdat hij kan zingen,wat is dan de waarde van dat lintje? Maar ik heb niet overwogen om het te weigeren.’

Het was voor Nieuwenhuis een week vol met emoties. ‘Mijn broer overleedt een week voordat ik het lintje ontving. Hij heeft dat niet meer mogen meemaken. Ik had altijd samen met hem in hetzelfde bedrijf gewerkt en we gingen naar dezelfde kerk. Onze gesprekken gingen altijd over de bollen. Op de dag van de verkiezingen is hij overleden, de maandag erop is hij begraven en de dag erna ontving ik het lintje.’

Waar sommige gedecoreerden het lintje bijna dagelijks dragen, staat Nieuwenhuis er toch anders in: ‘Ik ga er niet zo mee te koop lopen en zal het misschien alleen bij een dodenherdenking of lintjesregen dragen.’ Een terugkeer in de politiek sluit Nieuwenhuis uit: ‘Ik blijf de politiek volgen, maar ga de nieuwe fractie niet belasten. Ik wordt geen lid van de steunfractie. Als ze me nodig hebben, kunnen ze me bellen, maar ik laat Evert Jan (Nieuwenhuis, JD) helemaal vrij.’

Stil zitten doet de voormalig fractievoorzitter niet. Ik ga lekker twee uren per dag met de hond lopen. Ik ben ook actief in het musuem De Zwarte Tulp. Dat kost steeds meer tijd door de klusjes die je er bij krijgt. Daarnaast ben ik secretaris geworden van de PCOB. Ze zaten te gillen om nieuwe bestuursleden. Zo kun je anderen helpen, want de ouderenbonden krijgen de komende jaren een steeds belangrijkere rol.’

Hij besluit: ‘Als politicus pleeg je roofbouw op je gezin als je ‘s avonds vaak de deur uit bent en daarna nog de stukken doorneemt. Mijin vrouw heeft daar in tekort gekregen. We gaan binnenkort  een keer samen weg naar Engeland en de Ardennen.’