LISSE
– In 1995 werden de woningbouwcorporaties financieel losgekoppeld van de
rijksoverheid; zij mochten hierdoor hun eigen gang gaan, maar moesten wel er
zelf voor zorgen, dat ze voldoende inkomsten hadden. Na een jarenlange periode van groei, de aankoop van veel grond
en het opzetten van almaar grotere bouwprojecten, gebeurde het onvermijdelijke.
Graaiende bestuurders, al dan niet gedekt door de Raden van Commissarissen,
lieten corporaties als Vestia achter in diepe ellende, maar incasseerden voor
zichzelf wel lekkere bonussen.
De marktwerking had hier
duidelijk gefaald, maar directeur Hans Al van Stek laat weten, dat hij niet
terug wil naar de tijd van voor 1995. Bij Stek zijn geen onverkwikkelijke zaken
gebeurd; deze onderneming hoort bij de ‘goeien’. Al stelt: ‘Terug gaan naar de
manier waarop het voor 1995 was, brengt
een enorme (papier, JD) last met zich mee. Van die 380 corporaties die er nog
zijn in Nederland, leveren 350 coroporaties gewoon goed werk. Wij van Stek voeren
een netjes beleid. Ik praat niet goed wat er bij Vestia gebeurd is. Maar de
oorzaak hiervoor kwam niet alleen van één meneer. Het was een booming markt en
er is dankbaar gebruik van gemaakt.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home