JOEP DERKSEN
LISSE
– Als reactie op het verhaal van Peter en Rachell van der Veek, stelt een
gemeentelijk woordvoerder: ‘De gemeenteraad heeft in 2013 een bedrag beschikbaar
gesteld voor het opknappen van het gebouw dat al jaren dienst doet als
Dansschool. De verbouwing voorzag in deels het wegwerken van achterstallig
onderhoud en deels in het plegen van een flink aantal aanpassingen om het pand
te kunnen blijven gebruiken als Dansschool.’
‘Omdat
het huidige huurcontract van de dansschool is gedateerd (ouderwets) was er
tevens afgesproken dat er een nieuw (modern) huurcontract zou worden gesloten.
Tijdens de verbouw zijn er ernstige misverstanden ontstaan over het programma
van de verbouw. Uiteindelijk werd geconcludeerd dat het niet duidelijk was
welke verbouwingen onderdeel waren van het gemeentelijke programma en welke
verbouwingen door de exploitanten van de Dansschool werden gewenst, die echter
geen onderdeel waren van het gemeentelijke programma. Uiteindelijk zijn daar,
na vele besprekingen, afspraken over gemaakt. De gemeenteraad heeft zelfs na
het gereedkomen van de verbouwing de exploitanten een bijdrage gegeven van
€20.000. Onderzoek heeft aangetoond dat juridisch hier weliswaar geen
aanleiding voor was maar dat de onduidelijkheid over het programma een
dergelijke bijdrage wel rechtvaardigde. Met dit raadsbesluit was tegemoet
gekomen aan de financiële wensen van de exploitanten van de Dansschool.’
De woordvoerder vervolgt: ‘Over de inhoud van het nieuwe
huurcontract was inmiddels ook overeenstemming, er diende alleen nog een
handtekening te worden geplaatst. De exploitanten hebben echter onverwachts,
recent aan het tekenen de voorwaarde verbonden dat de gemeente de komende 10
jaar een deel van de investeringen, die de exploitanten zelf in de Dansschool
hebben aangebracht vergoedt. Dit is echter nimmer afgesproken en komt dus nu
als een verrassing. Uiteraard is het gewone huurrecht van toepassing. Dit is
ook van gemeentewege in het presidium (dit is het overleg van de fractievzs.)
bevestigd. Net als bij iedere verhuursituatie, wordt er dan overleg gepleegd
met de huurder over het verwijderen van bouwkundige aanpassingen of dat de
aanpassingen mogen blijven zitten. In dit laatste geval kan er dan ook nog worden
bezien of een vergoeding wordt gegeven. Uiteraard blijft het ook in deze
situatie wenselijk dat de exploitanten en de gemeente in onderling overleg in
deze situatie een oplossing vinden.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home