Geen plek meer voor WSW instromers

JOEP DERKSEN

OEGSTGEEST – ‘Ik wil een wat minder passieve slachtofferhouding (van wethouder Jos Roeffen, JD), maar een actieve houding.’ Deze hartenkreet slaakte commissielid Van Pijkeren (CDA) vorige week tijdens de politieke discussie over het ‘Beleidsplan participatie en inkomensondersteuning’.

Tijdens de lange discussie over dit onderwerp kreeg de wethouder meerdere suggesties aangedragen. Zo liet commissielid Marlene Simoons (D66) weten: ‘Let er op, dat jongeren niet van de arbeidsmarkt verdrongen worden en laat zzpers met een laag inkomen ook voor inkomenstoeslag in aanmerking komen. Zet eventuele overschotten, met name voor chronisch zieken en gehandicapten in een reservepotje, zodat dit niet terugvloeit in de algemene middelen.’

Wethouder Jos Roeffen reageerde: we gaan met (ondernemersorganisatie, JD) PVOO praten om te praten over wat verdringing is en zo begrip te kweken. We gaan actief gesprekken aan met de Lions en alle mensen die via onze netwerken het beleid dat wij voorstaan kunnen uitdragen en prikkelen om mensen met een arbeidsbeperking de mogelijkheid tot vrijwilligerswerk te geven of mensen in dienst te nemen. Als mensen vrijwilligerswerk moeten doen als tegenprestatie, zullen we deze instanties en mensen er actief bij betrekken.’

Roeffen had slecht nieuws te melden voor de mensen die de komende jaren in aanmerking komen voor beschut werk; voor hen is er in ieder geval tot 2017 geen enkele plaats beschikbaar. ‘Mensen die nu een beschutte werkplaats (WSW) hebben, kunnen deze tot 2017 houden. Maar voor mensen die in aanmerking komen voor beschut werk, is helaas geen plek.’

Commissielid Ria Pasterkamp (PrO) was niet blij en dat liet ze merken ook: ‘Wat hebt u de afgelopen drie jaar gedaan om deze participatiewet voor te bereiden? En wat hebt u gedaan om de mensen die willen participeren ook een plek te geven? Ik word steeds ongeruster als ik u hoor praten.’ De wethouder reageerde: ‘Ik hoor wat u zegt, maar ik heb even het antwoord niet paraat. Het wordt maatwerk, maar het is een opgaaf.’

Simoons stelde vast: ‘We kunnen mensen niet garanderen dat ze ergens terecht kunnen, maar de mensen kunnen wél gekort worden op een uitkering als ze niet binnen een bepaalde tijd op de arbeidsmarkt actief zijn. Is het wel reeëel om mensen te sanctioneren, als er geen mogelijkheid is om geplaatst te worden?’ Roeffen had hier wel een antwoord op paraat: ‘Ons voornemen is dat mensen die werkloos zijn, binnen drie maanden vrijwilligerswerk moet doen. Als mensen écht niks ondernemen, gaan we alsnog in actie komen. Dan denken we aan banen in het eigen apparaat, zodat we mensen op die manier een sanctie kunnen opleggen. Ik weet niet hoeveel banen we in dit gebouw (het gemeentehuis, JD) kunnen leveren. Mensen kunnen bij de plantsoenendienst worden ingeschakeld, maar ook in de eigen beheer buitenruimte. Maar de banen voor laaggeschoold werk liggen niet voor het oprapen bij de gemeente. Maar als het aan de orde is, zullen we ons er toe zetten.’ Van Pijkeren (CDA) kon het niet meer aanhoren: ‘Ik wil een wat minder passieve slachtofferhouding. Mensen moeten de kansen zien en zich bereid gaan voelen om te zoeken naar werk.’