Oostenrijkse woningen nog geen beschermd dorpsgezicht

JOEP DERKSEN

KAAG EN BRAASSEM – Het college van burgemeester en wethouders lijkt zich niet te durven mengen in de discussie tussen Alkemade Wonen en de bewoners van de Oostenrijkse woningen. Hoewel een onafhankelijke commissie heeft geoordeeld, dat deze bijzondere woningen het waard zijn om te behouden, wil het college niet de stap nemen om de Oostenrijkse woningen als beschermd dorpsgezicht te benoemen. Eerst moeten  de bewoners van die woningen extra kosten maken, door te zorgen voor ‘onafhankelijk onderzoek over de cultuurhistorische en bouwtechnische waardestelling van de woningen’, zo laat wethouder Yvonne Peters (VVD) weten.

De wethouder vindt, dat de gemeente geen partij is in de discussie of de Oostenrijkse woningen behouden moeten blijven. De gemeente heeft weliswaar een rapport ontvangen van woningbouwvereniging Alkemade Wonen over de kosten van nieuwbouw en renovatie, maar Peters laat weten, dat dit rapport ‘niet openbaar’ is. Waarom komt het college niet op voor haar inwoners; de mensen die zo graag in hun huizen willen blijven wonen? Peters: ‘Dat is nu niet aan de orde. De onafhankelijke commissie heeft hier een uitspraak over gedaan en sloop of nieuwbouw is de keuze van de woningbouwvereniging.’

Maar het college kan wel degelijk invloed uitoefenen op het voortbestaan van de Oostenrijkse woningen. Bijvoorbeeld door deze te benoemen als beschermd dorpsgezicht; hierdoor mogen die woningen niet meer gesloopt worden. Peters: ‘Om een beschermd dorpsgezicht te moeten zijn, zijn een aantal zaken nodig, waaronder de cultuurhistorische en bouwtechnische waardebepaling. We gaan de kosten hiervan niet op ons nemen. Het zijn niet onze woningen. Het is de strijd van de inwoners voor het behoud van hun huis. We begrijpen dat ze met plezier daar wilen wonen. Maar het feit dat ze hun wijkje willen behouden, is in eerste instantie wat ze zelf met de woningbouwvereniging moeten uitzoeken.’

Met andere woorden: ‘Succes!’ Peters: ‘Ja.’. Er zullen mensen zijn, die zeggen dat het college de hand boven het hoofd houdt van de woningbouwvereniging. De wethouder: ‘Wat mensen zeggen kan ik niet zo heel veel aan veranderen. We willen de afweging in eerste instantie bij de woningbouwvereniging laten. We gaan met Alkemade Wonen in gesprek omdat we eigenlijk niet weten wat ze van plan zijn om te herbouwen en meer achtergrondinformatie te geven over hun plannen.’ Waarom roept het college Alkemase Wonen niet op om bij te dragen aan de kosten van de cultuurhistorische en bouwtechnische waardebepaling? Wij mengen ons niet financieel en niet qua uitspraken in die procedure.’

Nu het college niet besloten heeft om de Oostenrijkse Woningen tot beschermd dorpsgezicht te verklaren, kan Alkemade Wonen een sloopvergunning aanvragen. Maar die sloopvergunning zal niet snel worden afgegeven, zo stelt Peterse desgevraagd: ‘We weten wat er speelt aan maatschappelijke onrust en dat betekent dat we niet snel een besluit nemen over een sloopvergunning. Wij wachten die onderzoeken (naar de de cultuurhistorische en bouwtechnische waardebepaling, JD) af. Dan moeten wij als college de knoop doorhakken over de vraag of die woningen beschermd moeten worden. Het standpunt is sinds 2006 dat deze woningen  op de nominatie staan om vervangen te worden en dat ze geen beschermd dorpsgezicht zijn. We geven inwoners de gelegenheid om voortschrijdend inzicht aan te tonen.’ Het college stelt vooralsnog geen deadline voor de termijn waarop de bewoners met het rapport moeten komen.