JOEP DERKSEN
OEGSTGEEST – Dit
dorp met 23.000 inwoners op een oppervlakte van nog geen acht
vierkante kilometer moet een eigen dorpsmarketing opzetten. Door een
goed marketingverhaal moeten meer toeristen naar Oegstgeest komen,
gaan bedrijven zich hier vestigen en komen meer mensen hier te wonen,
zo is de gedachtegang. Maar zijn de inwoners het hier mee eens en zo
ja; hoe moet dat dan gebeuren? Op dinsdag 27 oktober vanaf 19:45 uur
mogen alle inwoners hier over meepraten in het Corpus Congres Centre.
Dit is volgens wethouder
Wendelien Tönjann (VVD) en Joost van der Luit, vrijwilliger van het
Dorpslab, hét moment om je uit te spreken over een vorm van
dorpsmarketing. 'Als je niet komt en niet meedoet, moet je achteraf
niet zeuren', zo stelt Van der Luit onomwonden. Die avond wordt het
filmpje 'Oegstgeest The Movie' herhaald, die eerder deze maand ook al
in een openbare commissievergadering werd getoond. Na enkele
presentaties over dorpsmarketing is het de bedoeling dat alle
aanwezigen met elkaar gaan discussiëren.
Tönjann: 'Voor het
opzetten van dorpsmarketing hebben we de handen ineengeslagen met
Dorpslab. Zij hebben een plan van aanpak opgesteld, dat helemaal
uitgerold wordt. We willen er die avond achter komen, wat de mensen
vinden dat de speerpunten moeten zijn waar wij ons als Oegstgeest mee
in de etalage willen zetten.'
Leiden heeft een
historisch dorpshart, de bollengemeenten hebben het strand, Lisse
heeft de Keukenhof en Haarlemmermeer heeft Schiphol. Zulk soort
toeristentrekkers heeft Oegstgeest niet; enkel twee winkelcentra (De
Kempenaer en Lange Voort), een paar lanen met bomen er aan en het
museum Corpus. Wat is er nou zo bijzonder aan Oegstgeest om daar een
dorpsmarketing voor op te zetten? De wethouder: 'We zijn een
scharnier tussen een aantal gebieden en een aantal activiteiten. Je
kunt niet in je eentje sterk zijn. Het biosciencepark willen we samen
met Leiden ontwikkelen. We staan er om bekend dat we een groene
gemeente zijn met veel blauw (water) er in. We moeten ons DNA
(desoxyribonucleïneacid, JD) leren kennen. We willen voorkomen dat
je van alles denkt te zijn, maar net niets bent. We moeten ons
focussen.'
Ze geeft voorbeelden: 'We
willen nog meer bedrijven aantrekken, een aantal juweeltjes zoals
kasteel Oegstgeest in stand houden. De huizen die gebouwd gaan
worden, willen we ook gevuld krijgen. Mensen komen hier als eerste
wonen, omdat we uniek zijn. De Kempenaerstraat is de beste
winkelstraat volgens RetailVisie. By far. De gemeenschap maakt
Oegstgeest.'
Stel nu, dat de inwoners
massaal 'Ja' zeggen tegen een eigen dorpsmarketingverhaal, dat
vervolgens door een (betaalde) dorpsmarketeer moet worden opgezet.
Wie gaat dat dan betalen?: de gemeente? Dat is niet de bedoeling, zo
laat Tönjann weten. 'Dit college is heel duidelijk: we willen de
zaken bij de gemeenschap leggen. Daar past het het beste. Dat zal
denk ik ook gebeuren met de dorpsmarketing. De gemeente gaat dit
niet helemaal zelf financieren.' Dus als ondernemers en inwoners niet
bereid zijn mee te betalen, kan dat hele dorpsmarketingverhaal er
niet komen? De wethouder waarschuwt voor te vroege conclusies: 'We
moeten niet alleen kijken naar het geld. Het geld is nodig om dit aan
te jagen, maar het is geen goede zaak als het alleen vanuit de
gemeente wordt betaald.'
Na afloop van het
symposium stelt Dorpslab een definitief plan van aanpak op. Het
college legt hierna in het eerste kwartaal van 2016 een voorstel voor
aan de gemeenteraad. Het symposium is gratis toegankelijk. Aanmelding
vooraf is gewenst. Stuur hiervoor een email naar:
symposium@oegstgeest.nl.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home