Hotels van Oranje slepen gemeente niet voor de rechter

Houden optie wel open

JOEP DERKSEN

NOORDWIJK – De Hotels van Oranje slepen de gemeente Noordwijk niet voor de rechter, vanwege vermeende onwaarheden en onjuistheden die de gemeente zou hebben geschreven. De hoteleigenaren vonden, dat zij imagoschade hadden opgelopen door het nieuws dat overleden mensen steunbetuigingen hadden geschreven aan de bouwplannen voor het hotel. Vorige week stuurde de gemeente een brief met daarin de vaststelling 'dat de Hotels van Oranje naar eer en geweten hebben gehandeld'.

De Hotels van Oranje laten de optie van de rechtsgang wel open, maar wachten hier mee tot er duidelijkheid is over een gemeentelijke beslissing om de bouwplannen mogelijk te maken. En hiermee wordt druk gehouden op de gemeente om in het voordeel van het hotel te beslissen. In een persbericht wordt gesteld: 'Het verloop van de nieuwbouwplannen van de Hotels van Oranje wordt gekenmerkt door een bedenkelijke manier van politiek bedrijven. De hotels worden in een kwaad daglicht gezet vanwege vermeende onregelmatigheden die zouden hebben plaatsgevonden bij het indienen van verzamelde positieve inspraakreacties op het voorontwerp-bestemmingsplan. De hotels hebben om opheldering en bewijzen gevraagd maar het college doet er behoudens een reactie van haar advocaat het zwijgen toe.'

'We hebben geen antwoord gekregen op de pijnlijke insinuatie van het college dat ook overledenen - en dat zouden er door de formulering in de brief velen kunnen zijn - via de hotels een positieve reactie hebben afgegeven. Verzoeken om gegevens van deze reacties oftewel bewijzen, worden tot op heden door het college geweigerd. Wel geeft het college nu toe dat het om slechts twee overleden personen zou gaan.' Volgens het hotel moet één van deze twee overleden personen echter 'nog in leven' zijn.

Volgens een brief van de advocaat van Hotels van Oranje, Bergh Stoop & Sanders, kunnen 'twee medewerkers van HvO die in een eerder stadium inzage hebben gekregen in de ontvangen reacties, zich herinneren dat op één van de stukken de aantekening 'overleden' was gemaakt. De medewerkers van HvO kunnen zich de naam op het betreffende stuk goed herinneren omdat het ging om waarschijnlijk een familielid van een van de collega's; bij navraag is nu gebleken dat het inderdaad ging om een nabij familielid van een collega, maar dat deze persoon niet was overleden(!), maar recent is verhuisd naar een verzorgingstehuis. Daarmee blijft dan hooguit één reactie van een beweerdelijk overledene over.' Volgens de advocaat 'moet worden aangenomen dat de bewering van het college dat sprake zou zijn van 'reacties van overledenen' hoe dan ook onjuist en misleidend is, en met het oogmerk om HvO te beschadigen.'

Toch wordt afgezien van 'het nemen van rechtsmaatregelen', ondanks dat volgens Hotels van Oranje het college 'verantwoordelijk is voor een groeiende reputatieschade. Dat staat nog los van het onacceptabele feit dat het college geen openheid van zaken geeft en waar zij dat wel doet, een verkeerde gang van zaken communiceert. Gezien de algehele voorgeschiedenis kunnen de Hotels van Oranje zich niet aan de indruk onttrekken dat het college zich willens en wetens niet wenst te houden aan de - eerder democratisch tot stand gekomen - afspraken over de nieuwbouw. Reden waarom de hotels het vervolg van de procedures zorgvuldig, constructief maar vooral ook kritisch en nauwlettend zullen blijven volgen. En wanneer zich daarin onacceptabele onregelmatigheden voordoen zullen er per direct gerechtelijke stappen worden ondernomen.' Maar vooralsnog bijt Hotels van Oranje nog niet door.