Zevenhoven – Ooit woonde Fadhil
Al-Kerani gelukkig in zijn geboorteland Irak. Het leven lachte hem
toe; de 42-jarige was vader van een prachtige dochter. De onrust in
het land leek langs hen heen te gaan. Totdat het noodlot toesloeg.
Al-Kerani had zich bekeerd van moslim naar Christen en bezocht
wekelijks de diensten. Op een slechte dag overvielen
moslimterroristen hem en zijn 8-jarige dochtertje Toha. De beiden
werden heftig gemarteld; Al-Kerani's linkerschouder en beide knieën
zijn kapot. Zijn dochtertje overleefde de martelingen niet. De
compleet gebroken vader vluchtte naar Nederland; nu zit hij volledig
geïsoleerd in een woonunit in Zevenhoven.
In de woonunit van enkele vierkante
meters klein staan een zitbankje, kleine televisie, een wasmachine en
een koelkast. In het kamertje ernaast staan een bed, kledingkast,
toilet en douchefaciliteiten. Aan de muur hangt zijn meest
waardevolle bezit: een foto van Toha. De woonunit is het
(voorlopige?) eindstation van een vluchtreis van 3.711 kilometer, die
Al-Kerani heeft afgelegd. En hij kan geen kant meer op. Al-Kerani
toont een tekening die hij gemaakt heeft: een vogel in een kooi:
,,Die vogel ben ik. Ik kijk de hele dag uit op de koeien en ik voel
me als een gekooid dier, terwijl ik me juist wil inzetten voor de
samenleving.''
Door zijn kapotte knieën en schouder
kan Al-Kerani geen lange afstanden lopen. Een auto heeft hij niet;
hij is al zes maanden lang compleet afhankelijk van het openbaar
vervoer. Als hij bijvoorbeeld naar Ter Aar wil – een afstand van
zes kilometer, is hij met de bus één uur en 21 minuten kwijt.
Vrienden die hij tijdens zijn opvangperiode als vluchteling heeft
ontmoet, zijn elders in het land geplaatst. Hen ziet hij ook niet
meer.
Hulpverleners ziet Al-Kerani niet of
nauwelijks. Al-Kerani toont een document, waarop zijn diagnose staat:
,,PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis) met depressieve
klachten''. ,,In Irak had ik een huis met twee verdiepingen en 500
meter grond. Hier in Zevenhoven heb ik niemand om mee te praten'',
laat hij in gebroken Engels en met de hulp van Google Translate
weten. ,,Ik wil niet in dit dorp wonen, maar in een grote stad, waar
ik in contact kan komen met de buren en mensen van allerlei
nationaliteiten.''
Hij heeft al een noodkreet geuit bij de
gemeente, maar kreeg nul op het rekest. Al-Kerani moet wachten, tot
het zijn beurt is om in aanmerking te komen voor een echte woning. En
wachten doet hij. Nu al tweehonderd dagen en nachten lang. Wachten is
het enige, wat hij kan doen. ,,Iedere dag ga ik hier een stukje dood.
Soms slaap ik drie nachten achter elkaar niet. Ik lijd hier, kan mijn
dochter niet vergeten. Iedere dag denk ik constant aan haar. Ik
spreek met niemand, voel me niet veilig en vrij, maar ben een ziek en
wanhopig persoon geworden. Deze woonunit is een gevangenis, maar dan
zonder tralies. Help me!''
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home