[KAAG EN BRAASSEM] Is
het toestaan van 99 bedden voor arbeidsmigranten in één pand nog
steeds 'kleinschalige huisvesting'? ,,Ja'', zo vinden ondernemers en
een vertegenwoordiger van OTTO Workforce, die arbeidsmigranten uit de
voormalige Oostbloklanden helpt met werk en onderdak. ,,Nee'', zo
oordelen omwonenden, die willen dat de bovengrens voor kleinschalig
wonen gesteld wordt op maximaal vijftien personen. De raadsleden
moeten binnenkort kleur bekennen: luisteren ze naar de ondernemers of
de inwoners?
Inspreker Jan Vos wist
het maandag 10 september goed visueel te maken, wat het inhoudt als
er op een plek 100 bedden komen te staan. ,,Als bewoners accepteren
wij niet, dat honderd bedden kleinschalige huisvesting is. Honderd
bedden, kop aan kont, vormen een totale lengte die zes keer hoger is
dan onze watertoren.'' Maar Rob van Ruiten sprak in namens Wesselman
Flowers en hij liet weten voorstander te zijn van een soepelere
regelgeving voor het onderbrengen van buitenlandse arbeidsmigranten.
Daarom zou het ook in het duurzaam glastuinbouwgebied mogelijk moeten
zijn om die mensen het hele jaar onder te brengen; ook als de
arbeidsmigranten bij andere bedrijven werkzaam zijn. In dat geval
fungeert het onderkomen dus als een soort hotel. Ook vindt de
vertegenwoordiger van Wesselman Flowers, dat de onderkomens voor de
arbeidsmigranten niet maximaal tien jaar moeten zijn, maar langer
zouden moeten blijven staan. Tien jaar zou een te korte tijd zijn om
de investering in een goed onderkomen voor arbeidsmigranten terug te
verdienen.
Een vertegenwoordiger van
OTTO Workforce, Robert Kusack, informeerde de raadsleden, dat het
vaststellen van honderd bedden als bovengrens voor kleinschalige
huisvesting prima is. Omdat het alleen bij aantallen hoger dan 100,
of in ieder geval 90 mensen, economisch rendabel is om een beheerder
aan te stellen. De vertegenwoordiger verwees naar een
arbeidsmigrantenhotel in Waalwijk, waar meer dan 400 mensen wonen. Op
een Poolstalige website van OTTO Workforce wordt dit
arbeidsmigrantenhotel ook flink gepromoot.
De raadsleden hadden
flink wat vragen voor wethouder Floris Schoonderwoerd, maar hij lijkt
zijn vingers niet te willen branden aan dit gevoelige onderwerp. Hij
kaatste de bal direct weer terug naar de gemeenteraad. ,,U moet zelf
de antwoorden geven; dat gaan wij als college niet doen. U moet
bepalen in welke hoogte en welke mate u de deuren open gaat zetten. U
moet zelf aan de slag en kleur gaan bekennen.'' Wel gaf de wethouder
aan, dat in het buitengebied de regels zijn, dat een onderkomen op
een bestaand bouwvlak er maximaal tien jaar mag staan. ,,We kunnen
het proberen om het soepeler te doen, maar dan krijgen we de
Provincie Zuid-Holland over ons heen.''
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home