Nederlandse lessen in moskee
Sassenheim – In de moskee Al Imaan volgen sinds december acht Sassemers Nederlandse les. Veel van hen wonen al meer dan 20 jaar in Nederland en zelf erkennen ze dat ze de Nederlandse taal nog onvoldoende machtig zijn. Enthousiast zijn de studenten en docente zeker, maar over gemeentelijke ondersteuning zijn ze niet te spreken. “De burgemeester en wethouder van Teylingen kwamen bij het moskeebestuur langs om deze lessen op te zetten, maar het lesmateriaal moet de docente zelf verzamelen en kopiëren. Bovendien hebben we behoefte aan 10 computers.”
door Joep Derksen
Iedere maandag en woensdagavond krijgen de studenten les, in totaal zes uur per week. Op dinsdag en donderdagavond studeren 10 vrouwen, die de moskee ook regelmatig bezoeken. De studenten zitten aan klassieke lestafeltjes en de docente loopt in het midden, al vragen stellend en, waar nodig, corrigerend. Vanavond wordt onder meer behandeld wat een forens is en tussen welke grote steden het Groene Hart ligt. Ook afkortingen en wat ze betekenen passeren de revue.
De mannen richten zich niet alleen op hun eigen kunnen, maar houden de ontwikkelingen van hun medestudenten goed in de gaten: “Dat heb je fout gedaan” krijgt een bebaarde man te horen nadat hij zijn antwoord gaf. En zo helpen en verbeteren de cursisten elkaar.
Alle deelnemers hebben een lang, werkzaam, leven in Nederland doorgebracht. De een werkte decennialang in een slagerij, de ander in een aardewerkfabriek, een derde was actief als conciërge op een school. De jongste van het stel woont in Oostenrijk, maar reist regelmatig naar Nederland om zijn vriendin te bezoeken en tegelijk de lessen te volgen.
Thee
Broodjes en een stevige pot thee worden binnengebracht terwijl de vraag gesteld wordt waarom juist nu, na al die jaren Nederlandse lessen gevolgd wordt. Het antwoord is duidelijk: “We zijn hier al een lange tijd en beheerzen de taal niet voldoende. We willen ons hierin verstevigen.” Ze kennen elkaar van de moskee en ontmoeten elkaar drie tot vier keer per dag om samen te bidden. “Eigenlijk moeten we vijf keer bidden, maar er moet ook nog gewerkt worden”, informeert de groepsoudste.
De lessen zelf duren een half jaar en in mei houdt het op. Dat bevalt de cursisten geenszins: “Het budget dat de gemeente heeft gegeven is veel te laag. Ze willen gewoon een gebaar maken naar de media toe en zeggen: “Dit en dat hebben we gedaan”. Maar dan houdt het ook op. In die zes maanden kunnen we wel wat woorden leren, maar het is onvoldoende tijd om ook de zinsbouw en grammatica goed onder de knie te krijgen. Bovendien zouden we niet volgens die ouderwetse leermethode moeten werken, met enkel kopietjes van lesmateriaal. Met 10 computers zouden we heel erg geholpen zijn, en dat mogen best tweedehands exemplaren zijn, hoor!’
Het interview met de verslaggever is voorbij en de studenten storten zich op de vragen over de Nederlandse geschiedenis, werk & inkomen, omgangsvormen, staatsinrichting en onderwijs en opvoeding. De docente roept nog: “Schrijf ook maar op dat we behoefte hebben aan goede Nederlandse woordenboeken!”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home