‘Situatie moet deëscaleren’

Lisse – Wethouder Jan Kippers (CDA) kan zich totaal niet vinden in de standpunten van de omwonenden, zo maakte hij vorige week dinsdag duidelijk. ‘Dit is een geëscaleerde situatie en we gaan ons nu bezinnen.’ Het protestbord moest woensdagochtend 28 maart verwijderd zijn en de gemeente gaat met voor- en tegenstanders rond de tafel zitten.

Door Joep Derksen

Kippers spreekt over zijn ervaringen op maandagochtend 26 maart: ‘De bewoners protesteerden tegen de komst van de wipkippen en wilden de gemeentelijk medewerkers het werk beletten. Ik ben er naar toe gegaan en heb gezegd: ‘Haal de wipkip er maar uit’. Ik had niet verwacht dat deze toestand zo zou escaleren en dat bij inwoners die de vijftig al gepasseerd zijn! Het is bijzonder dat de omwonenden de plaatsing fysiek hebben willen beletten, waardoor de medewerkers genoodzaakt werden contact op te nemen met het gemeentehuis. Dat was voor mij ook de reden om polshoogte te nemen. Ik merkte dat er veel emotie aanwezig was bij de bewoners en vond het belangrijk te komen tot een deëscalatie. Ik voelde mezelf niet bedreigd, maar ga nu een gesprek opzetten tussen de voor- en tegenstanders van de speeltoestellen, de Jeugdopbouwwerker en de gemeentelijke medewerkers. Zelf ben ik daar ook aanwezig, want ik wil weer toe naar een normale situatie.’

Klacht

De omwonenden kondigden aan een klacht in te dienen over wethouder Kippers en het gehele college bij de gemeente en de Provincie. Kippers wil deze procedure afwachten en stelt daarom plaatsing van wipkippen, het tuimelrek en het huisje een maand uit. ‘Als blijkt dat ik betamelijk heb opgetreden, gaan we alsnog over tot plaatsing.’

Hij had ook gehoord van een van de ouders die aan de Jozef Israëlstraat woonden dat maandagavond ‘enig duw- en trekwerk’ had plaatsgevonden. Getuigen konden deze opmerking evenwel niet bewijzen en Andriesse zegt hierover: ‘Wij zijn zeer verbolgen over de klachten die verschillende bewoners bij de gemeente hebben ingediend over bedreiging van onze kant. Wij zullen bij de gemeente en de politie om opheldering vragen.’ Kippers vindt het echter tijd om te bezinnen. ‘De oorspronkelijke indienster van het verzoek om speeltoestellen ziet de situatie als bedreigend en vertelde dat ze haar kinderen en zichzelf ‘niet meer op dat pleintje wil laten spelen.’

Angst

De gemeente zal echter de plaatsing vooralsnog niet stopzetten, zo kondigde de wethouder aan. ‘We hebben zorgvuldig gehandeld en de bewoners op de hoogte gebracht van ons voornemen. Of en waar speeltoestellen worden geplaatst is een bevoegdheid van de wethouder en is geen inspraakplichtige procedure. Ik ben verbaasd over deze stevige reacties, want normaal zijn mensen juist heel blij met extra speelmateriaal. Twee maal heb ik bezwaren aangehoord en weerlegd. De angst voor hangjongeren is onterecht en er is behoefte aan extra speelterrein. Er wonen 25 kinderen van onder de zes jaar in de buurt en dat zijn allemaal potentiële gebruikers.’

Kippers besluit: ‘Ik zie deze ervaring absoluut als een leermoment. In de regel zijn omwonenden heel positief over plaatsing van speelmateriaal. Deze reacties had ik niet verwacht van mensen die de 55 al zijn gepasseerd en zelf ook kleinkinderen hebben.’