Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 80 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.900, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

23 april 2007

“Wij leveren een bijdrage aan het welzijn van de bevolking”

De trekvaart als ecologische zone

Noordwijkerhout – De Stichting Zuid-Hollands Landschap (ZHL) heeft in de loop der jaren grond aangekocht langs de Haarlemmer Trekvaart om meer ruimte te geven aan ecologische ontwikkelingen. Kim Bevington, Regiobeheerder Kuststreek, is al 37 jaar werkzaam bij deze stichting en hij vertelt samen met Martin Laming, beheerder/uitvoerder over nut en noodzaak van het onder water laten lopen van oeverlanden.

Door Joep Derksen
ZHL is in 1934 opgericht als initiatief van Natuurmonumenten met als doel aangetaste stukken natuur weer te herstellen. De eerste aankoop van de stichting was de eendenkooi in Berkenwoude, maar de meeste grond kwam in het bezit van ZHL in de jaren 70, 80 en 90 van de vorige eeuw: in totaal 3.600 hectare. Bevington: “Het streven is om zoveel mogelijk de natuurgebieden open te stellen voor het publiek, maar voor de gebieden rond de Trekvaart is het in verband met de persoonlijke veiligheid en de rust van de dieren niet mogelijk. Sterker nog, ik mag er zelf nog niet eens lopen, want hiervoor moet ik een vergunning krijgen van de NS, aangezien de ondergelopen oevergronden langs de spoorlijn liggen.”

Tussen Lisse en de Piet Gijzenbrug is een groot deel van de oever tussen de Trekvaart en de spoorrails in bezit van de stichting, in totaal 3,6 hectare van grond dat 3 km lang is en maximaal 19 meter breed. “Deze grond werd onder meer gebruikt als volkstuin en de NS wilden van deze situatie af. Treinmachinisten vinden het erg onprettig als ze mensen vlakbij het spoor zien lopen en daarom zijn de volkstuintjes gesloten, zodat de ZHL in 2005 de strook grond aan kon wijzen als ecologische verbindingszones voor organismen, planten en dieren”, zo legt Bevington uit. “Dit is nog maar het begin van wat we uiteindelijk willen en dat is een volledig aangesloten migratiegebied van de Kagerplassen, richting het Keukenhofbos en tot aan de duinen. Dit geeft de dieren meer mogelijkheden zich te verplaatsen binnen de gehele regio, zonder gevaar te lopen. Daar komt bij, zonder verbindingszones blijven de stukken grond die wij beheren eilandjes, waar de dieren niet vanaf komen. Dan krijg je inteelt en dat is geen goede situatie.”

Extra terrein

Samen met de Provincie Zuid Holland heeft ZHL een plan gemaakt om de volkstuintjes af te graven tot 10 cm onder het boezempeil van de Trekvaart. De Provincie heeft de volledige aankoop van de gronden voor haar rekening genomen, omdat zij een groot voorstander is van het aanleggen van extra terrein om meer water te bergen. Dit omdat zij meer neerslag verwachten in de toekomst en het teveel aan water moet ergens opgeslagen kunnen worden.

Dat afgraven was geen sinecure, zo laat Laming weten: “Het was een grote gribuszooi, want geen enkele tuin was bijgehouden. Alles was verwaarloosd en overal zat onkruid. Je zakte tot je knieën weg in het landbouwplastic. Tussen januari en juli 2006 hebben we een gigantische hoop rotzooi uit de tuintjes verwijderd. De bodem was verontreinigd en asbest (van de golfplaten daken) werd opgeruimd. De gehele grond is afgegraven en verwerkt in het onderhoudspad dat naast het spoor is aangelegd. De mensen die in de woonboten woonden verzuchtten tegen ons: ‘Wat fijn dat het eindelijk weg is.’ Na de grote schoonmaak zijn we verder gegaan met de volgende stap.”

Beschoeiing

Hij vervolgt: “We hebben houten beschoeiingen laten aanleggen en tot nu toe 15 poelen gecreëerd. Dit zijn laagtes achter de beschoeiing waar watervogels en planten zich in de luwte beter kunnen ontwikkelen.” Toch zijn ze tegen een probleem aangelopen: “Vanwege de beschoeiing kunnen vissen niet paaien dus halen we weer delen hiervan weg, voor een vrije in- en uitgang. Alleen moeten we er wel voor zorgen dat er geen golfslag in de poelen komt.”

“Het uiteindelijke doel is te komen tot een moerasachtige zone, waar ook wilgenstruweel (laaghangende wilgen – red.) zich goed kunnen ontwikkelen. Het hoofddoel is, dat plant en dier niet onder de ontwikkelingen mogen lijden. Daarom zijn we ook tijdens de afgravingen uiterst zorgvuldig te werk gegaan. We hebben zo’n 800 orchideeën gevonden en de meeste zijn bespaard gebleven bij het werk.”

Bevinton en Laming horen alleen maar positieve geluiden van de omwonenden, al zijn er broodvissers die nog wel eens wat gemopper laten horen omdat ze niet mogen vissen in de poelen. “Dit mag niet vanwege het veiligheidsaspect, want de poelen liggen vlak aan het spoor.” Ook de bollenboeren kijken af en toe met enig argwaan naar de ontwikkelingen, maar zij hoeven zich geen zorgen te maken, zo vertellen de heren: “Hoe meer open water er is, hoe beter dat is voor de bollensector. Het is veel beter dat de ZHL en de boeren samenwerken om de problemen op te lossen. Juist door het afstaan van een stukje oever, dat door ons in beheer wordt genomen, hoeven zij er geen aandacht meer aan te besteden en het kost hen niet of nauwelijks teeltgrond.”

Natuureducatie

Bevington spreekt vol passie over zijn werk: “Het is werkelijk waar schitterend! Je zet veel kleine natuurgebieden op. Natuurlijk vraag je je soms af of het duurzaam is, maar de mensen genieten ervan. We leveren toch een bijdrage aan het welzijn van de bevolking in Zuid Holland. We zorgen voor de natuur, creëren een stuk open lucht recreatie en doen aan natuureducatie, onder meer door het geven van excursies.”

Een half jaar nadat de werkzaamheden zijn afgerond, zijn de eerste resultaten zichtbaar: het riet steekt langzaam de kop op en zal nog veel verder groeien. Bevington: “Eens in de zoveel tijd moeten we de begroeiing maaien. We hadden dat deze winter al willen doen en hebben gewacht tot er ijs lag, waar we met de maaimachines overheen konden. Helaas is er de afgelopen maanden geen sprake geweest van winterse omstandigheden. We hebben gewacht op ijs dat niet kwam.”