Dé lokale en regionale nieuwssite

Beste bezoeker, Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.800, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Veel leesplezier! Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

28 mei 2007

Dodenherdenking maakt indruk

‘Discriminatie staat aan de wortels van Auschwitz-Birkenau’

Door Joep Derksen

LISSE – Meer dan 200 mensen waren aanwezig in het Fioretticollege voor de dodenherdenking op 4 mei. De bijeenkomst stond in het teken van al diegenen die hun leven gaven zodat Nederland en haar bevolking en vrijheid en veiligheid kan leven. De aanwezigen, waaronder het college van burgemeester en wethouders, luisterden naar de woorden van F. Pront, die als klein jongetje jarenlang moest onderduiken, alleen omdat hij van Joodse afkomst was. Ook twee van de gedichten van de leerlingen van basisschool de Beekbrug, die werden voorgedragen door Claudia Mens en Yda Maan maakten diepe indruk.
Rob van Reisen van de werkgroep 4 mei van het Oranjecomité verwoordde het treffend: ‘Voorheen zaten we in de Mariakerk en nu in een gebouw zonder kerkelijke drempel. Dit symboliseert ook de essentie van de herdenking: deze bijeenkomst is voor iedereen, van alle gezindten.’ Burgemeester Corrie Langelaar voegde hier aan toe: ‘Leven in vrijheid is het grootste geschenk dat we kunnen hebben.’

Voorganger J.C. Spaargaren had een waarschuwend woord: ‘Velen zijn gestorven door één man, (Adolf Hitler, red.), maar niemand van deze mensen is vrijwillig gestorven.’ Hij vroeg zich retorisch af: ‘Is het nu beter geworden sinds de tweede wereldoorlog? We overschrijden nog steeds elkaars grenzen. Onrecht begint in ons hart: haat wrok en vergelding brengen onvrijheid aan onszelf en anderen.’

Pront, die tussen zijn 8ste en 10de levensjaar moest onderduiken, vertelde zijn levensgeschiedenis in die moeilijke oorlogsjaren: ‘In 1940 had ik een vriendinnetje die me vertelde dat ze niet meer met me mocht spelen omdat ik Joods was. Vanaf die dag, in mijn zesde levensjaar, was ik mijn kinderlijke kijk op de wereld verloren. Verlies van vrijheid kan heel subtiel beginnen: eerst mocht ik niet meer binnenkomen bij de winkel waar ik zoethout kocht. Daarna moest ik een ster dragen, vervolgens mochten we niet meer in Hilversum wonen en moesten verhuizen naar Amsterdam.'
'Iedere keer dachten mijn familie en ik: “Ach, het kan erger, want we hebben onze persoonlijke vrijheid nog.” Maar uiteindelijk moest ik toch onderduiken en als achtjarig jongetje voelde je je verloren. Ik werd meermaals verraden, maar heb het toch overleefd. Mijn zusje werd ook verraden en is naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Ook mijn ouders hebben de oorlog niet overleefd.’ Pront sloot af met een waarschuwing: ‘Discriminatie staat aan de wortels van Auschwitz-Birkenau. We moeten iedere vorm van discriminatie en segregatie in de kiem smoren!’